met ‘Rizoom,een inleiding’ van Deleuze en Guattari. ‘Het oosten laat een heel ander model zien,dat eerder een relatie onderhoudt met de steppe en de tuin (in andere gevallen woestijn en oase) dan met het bos en het veld;een knollencultuur die zich ontwikkelt door gelijke individuen in stukken te verdelen;de veeteelt wordt op de achtergrond,tussen haakjes geplaatst,wordt naar gesloten ruimtes verbannen of naar de steppen van de nomaden teruggedrongen. Het westen:landbouw van een uitgelezen afstamming met veel verschillende individuen;het oosten:tuinbouw met een klein aantal individuen dat naar een grote reeks van ‘klonen’ verwijst. Is niet het oosten,in het bijzonder Oceanie,een rizomatisch model dat in elk opzicht tegengesteld is aan het boommodel van het westen? Haudricourt ziet daarin zelfs een oorzaak voor de tegenstelling tussen de moraal en de filosofieën van transcendentie,die zo geliefd zijn in het westen,en die van immanentie in het oosten:de god die zaait en maait,tegenover de god die poot en graaft (het poten tegenover het zaaien). Transcendentie:een typisch Europese ziekte. En er wordt een andere muziek gespeeld,de aarde brengt daar niet dezelfde muziek voort.'(bladzijde 40-41) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘Eindelijk dood’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ‘Elk meubelstuk was een brandend braambos met de vurige adem van Gods rokerige lach. Zijn brein was een smeltend ijsblokje,alle gedachten voor altijd verschroeid voor ze op de wieken van water konden gaan. Zijn mond was een gat waar het vuur was geweest. Hij droomde dat hij een droom had waaruit elk ontwaken onmogelijk was. Hij herinnerde zich dat al zijn herinnering eindelijk was verdampt. Dus gebaarde hij wild om hulp,net als hij. Of toonde hij uitbundig de tekens van de overwinning? Vanmorgen wordt hij wakker met een gevoel van enorme opluchting. Hij zegt:’Wat ben ik blij,nu ben ik eindelijk dood.'(bladzijde 74) Dit was het verhaal. Morgen verder met het verhaal ‘Broer’. Het bijzondere woord. Gisteren las ik in de Volkskrant het woord ‘Oceaanjeuk’. Een niet onaardige. Ik ben al lang met Breytenbach bezig. Hij heeft ook hele mooie combinaties. ‘Mondgenoot,woorddwaas,afscheidsoceaan,vertelvel.’ Ook van Breytenbach ’tongverlaat van vergeetsing’. Morgen verder.