met ‘Rizoom,een inleiding’ van Deleuze en Guattari. ‘We schrijven dit boek als een rizoom. We hebben het uit plateaus samengesteld. Voor de lol hebben we het een ronde vorm gegeven. ’s Morgens na het opstaan overwoog ieder van ons welke plateaus hij zou nemen en schreef hij vijf regels hier en tien regels daar. We hebben hallucinerende ervaringen gehad,we hebben lijnen gezien die als colonnes mieren van het ene plateau naar het andere trokken. We hebben convergentiecirkels getrokken. Elk plateau kan op een willekeurige plek gelezen worden en met willekeurig ieder ander plateau in verband worden gebracht. Het vele vraagt om een methode die effectief gemaakt kan worden;geen typografisch foefje,geen lexicale behendigheid,geen mengeling of schepping van woorden,geen enkele syntactische stoutmoedigheid kan deze methode vervangen. In feite zijn dat doorgaans alleen maar mimetische procedes die bestemd zijn om een eenheid,die in een andere dimensie als beeld-boek gehandhaafd wordt,te verspreiden en te verbrijzelen. Techno-narcisme. Typografische,lexicale of syntactische scheppingen zijn enkel nodig,als ze niet meer tot de uitdrukkingsvorm van een verborgen eenheid behoren om zelf een van de dimensies van de bedoelde veelheid te worden;wij kennen op dit gebied slechts weinig gevallen die succesvol zijn. Het is ons niet gelukt.’ (bladzijde 44-45) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘Broer’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ‘Hij zucht. ‘En moet je dit allemaal eens even zien. Werk,werk en nog eens werk.’ Hij heeft de versleten tas achter op de motor opengemaakt en bladert nu door de inhoud,de dossiers vol ezelsoren. Haalt er een dunne rode uit. ‘Daar zijn we dan.’ Hij kijkt de map in met gefronst voorhoofd. ‘Ja,’ zeg ik. ‘Zeg,neem je in dat ding ook je drinken mee?'(bladzijde 76) Wordt vervolgd.Het verhaal is nog niet af. Een bijzonder woord. Het woord hoorde ik een paar weken geleden voor het eerst. Roverheid. Maar 1 letter toevoegen;soms is het heel eenvoudig.