met ‘Netwerk in Eclips’ van Samuel Vriezen. ‘Niet alleen voor de auteurs van het blog zelf,maar ook voor hun lezers:een directe reactiemogelijkheid maakt het mogelijk om als lezer onmiddellijk je eigen opinie tegenover die van de auteur te plaatsen. Zo kan een opinie zonder omwegen tot een debat leiden. Dit maakt blogs tot ideale machines voor een grenzeloze,gedemocratiseerde opinieproductie. Het is geen toeval dat een eerste grote explosie van poëtisch debat op het internet naar aanleiding van een opiniestuk plaatsvond. Bas Belleman publiceerde onder de titel ‘Doet poezie er nu eindelijk toe?’ een essay over de vraag naar de relevantie van poëzie in tijdschrift ‘Passionate’. Dit werd gevolgd door een intensieve discussie op een gelijknamig weblog in de zomer van 2005. In deze discussie ging het over de verhouding tussen poëzie lezen als vrijblijvend spel versus poezie lezen met waardering voor haar ‘inhoud’,maar ook over engagement,het maatschappelijk effect van poëzie,haar rol in het debat. Dat is het soort discussie dat eens in de paar jaar wordt gevoerd binnen de Nederlandse letteren,in uiteenlopende varianten. Soms wordt er geroepen om maatschappelijk relevante literatuur,dan om gevaarlijke poëzie,dan weer om engagement,dan weer om straatrumoer.’ (bladzijde 11) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘Over de ogen’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ‘Vogels fladderend door de groen-groene bomen van het Natland. Oude dame heeft een labyrintische geest waarin veel schimmen wonen,overleden voorouders rovers en andere gevaren tweehoofdige zwijnen dwangvoorstellingen doodsangst voor de nacht van niet-weten en voor het donker en voor slangen en het binnenste bereik van de zee of beter de kleinere riviermonden en demonen en wouden zucht naar geld en macht ijdelheid eigenbelang kwade trouw trots een gezicht om nooit te verliezen waar anderen bij zijn alles zonder komma’s.'(bladzijde 81) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af. Een bijzonder woord. In Trouw gisteren het artikel van Marco Visscher over David Goodhart. Twee mooie woorden;’overalmensen’ en ‘ergensmensen’.