met ‘Netwerk in eclips’ van Samuel Vriezen. ‘Veel van de stukken gaan over vrienden,in enkele stukken komen vrienden aan het woord,weer andere zijn geschreven als antwoord op vrienden,of mensen die ik naderhand als vrienden ben gaan zien. Ook dat is de aard van het netwerk. Zij hebben allen dit boek,en mij,verrijkt. Het behoort tot de rechtvaardigheidssuggesties van Boltanski en Chiapello dat men in de projectmatige stad bereid is de eigen positie in een netwerk te delen met anderen. ik hoop dan ook dat het hier georganiseerde weefsel nog veel meer vrienden zal toelaten,dat de lezer mijn vrienden ook als de zijne of hare zal willen beschouwen. Twee namen wil ik in het bijzonder noemen,twee vrienden,correspondenten,die er beiden niet meer zijn. Veel teksten in dit boek zijn geschreven bij wijze van antwoord op Jeroen Mettes,de literatuurtheoreticus,dichter,blogger,die van de zomer van 2005 tot zijn zelfverkozen dood in de herfst van 2006 het weblog ‘Poëzienotities’ een uiterst scherp weblog met kritieken,commentaren,polemieken en theoretische gedachten,bijhield. in deze bundel zijn op zijn minst de passages over ritme en de essays waarin direct op hem wordt gereageerd antwoorden op zijn werk,maar ook veel andere teksten zijn geschreven als pogingen om de ruimte die hij achterliet te verkennen.'(bladzijde 20-21) Wordt vervolgd. Dit overschrijven is nog steeds onderdeel van mijn project ‘Ondertiteling’ waarin ik hommages maak voor mij belangrijke dichters en schrijvers. Ik heb de essayisten nodig voor de hommages;ik wil o.a. weten wat poëzie lezen betekent voor de geest en voor het leven. In het algemeen weten hoe belangrijk lezen is! Nou nou! Nu weer verder met het verhaal ‘En deze spiegel’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ‘Sinds die onheuglijke tijden heb ik hem,het is waar,geëclipseerd. En aangezien dit een feodale staat is waar succes een zaak is van strootjes trekken en aan touwtjes trekken,dat wil zeggen van een onderdanige ruggengraat en een rappe dolk,hoor ik tenminste te proberen hem bij te lichten op zijn pad.'(bladzijde 85) Wordt vervolgd. het verhaal is nog niet af. Een bijzonder woord. Van Breyten Breytenbach het volgende: ‘(de schrijfdaad)/de bittere etter die uit de handhond kweelt/maakt de mondwond weer kwijlgezond en heel'(bladzijde 22 Uit: ‘In de loop van de woorden’)