met ‘Netwerk in eclips’ van Samuel Vriezen. ”Kwaadaardigheid wordt in discussies verondersteld. Immers democratie is dat iedereen alles moet kunnen volgen?’ De discussies veranderen in ‘kruisende monologen’ en ‘alle spanning,opwinding en alle gedeelde plezier in ontdekkingen is uit de deelnemers gezogen – niet door deze of gene beperkte deelnemer,maar door het medium zelf,dat zulk soort nivellerende destructieve bijdragen genereert. Het zuigt domheid aan zoals het de deelnemers leegzuigt.’ Het weblog eindigt met een lege blogpost,een ‘leegte die niet meer ademt’,waar alle tijd uit is weggezogen. Het probleem van internet voor Groenewegen was niet dat het een verzamelplaats zou zijn voor inferieure literatuur,zoals sommige bloggers hebben gedacht,maar dat de overmatige directheid ervan geen denktijd zou laten en de deelnemers letterlijk zou verstikken. Dit angstbeeld grijpt mij aan,juist omdat ik ondanks alles van het medium,van de uitwisseling,ben blijven houden. Tijdens het samenstellen van dit boek ben ik me er geleidelijk aan van bewust geworden het óók te hebben geschreven in antwoord op Groenewegen,die in de tekst nergens op de voorgrond treedt maar wel altijd,vol ontzag en liefde voor het geschreven woord,meelas,in de hoop op een waar woord. Aan hem is dit boek opgedragen.'(bladzijde 22-23) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘En deze spiegel’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ‘Is het niet precies dezelfde? En de bomen en de rotsen op de achtergrond en het dodevissenlicht over alles heen – zijn dat geen elementen van mijn geest? Er zijn mensen die beweren dat Leonardo het hem geleverd heeft door zichzelf te schilderen zonder baard. Kletskoek! Heb jij het hem zien doen? Trouwens,Leonardo is een product van de gemeenschappelijke fantasie.'(bladzijde 86) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af. Een bijzonder woord. Van Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’ het woord ‘dodevissenlicht’. (bladzijde 86) Wel een hele goeie.