met ‘Netwerk in eclips’ van Samuel Vriezen. ‘Context wordt expliciet. De kunstmatigheid van zulke vormen kan niemand ontgaan,en daardoor wordt ook het dynamische van de woorden zelf nadrukkelijker. De dynamiek van de woorden is de tegenpol van de strengheid van de vormen:twee uitersten die elkaar versterken. Zo brengt vorm de werkelijkheid van de woorden in beweging,en daarmee de wereld van de lezer. Gedichten zijn machines die je relatie met de taal testen,en dus je wereld. Met gedichten bereiden lezers zich voor op de werkelijkheid. PASSAGES 1: LEESERVARING De dichter Charles Simic schreef een recensie over het tweede deel van Robert Creeleys ‘Collectes Poems’. Simi is niet helemaal positief over dit werk,maar een deel van het probleem voor hem is simpelweg dat Creeley zoveel heeft geschreven. Een boek van duizend gedichten is voor vrijwel niemand leesbaar,stelt Simic,omdat zo’n onderneming van de meeste lezers gewoon te veel concentratie vergt. Maar verder zijn er nauwelijks dichters die zulke boeken waar kunnen maken:zelfs onder de besten zijn er nauwelijks dichters te vinden ‘who are likely to have more than eighty pages worth reading’.'(bladzijde 30-31) Wordt vervolgd. Nu verder met het verhaal ‘Jade of albast’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ‘Ze woonden op een landgoed zo groot als een park,ooit was er misschien eens een tijd geweest dat het een soort citadel was buiten de stadswallen,maar het is menige heugenis geleden dat het een integraal onderdeel van de agglomeratie werd,gevangen in een net van straten,stegen,pleintjes,het razen en krioelen van verkeer.'(bladzijde 89) Wordt vervolgd. Het verhaal is net begonnen. Een bijzonder woord. Uit ‘Lichtspraak’ van Mark van Tongele het woord ‘woordpoederdoosje’.