met ‘Netwerk in eclips’ van Samuel Vriezen. ‘Als je er echt in zit,kun je al lezende het gevoel blijven houden dat er iets belangrijks gezegd gaat worden. Zolang je de zin maar uitleest. Je blijft de syntactische wendingen volgen,de woorden verschuiven door in andere volgordes te staan ook subtiel van betekenis (bijvoorbeeld,je zou ‘for’ in de opvolging ’to be for to be’ enerzijds kunnen betrekken op het eerste ’to be’,en dan betekent het ‘voor’,of op het tweede ’to be’,en dan betekent het misschien ‘aangezien’). Zo blijft de tekst,met al zijn herhalingen,actief. In ‘An Acquaintance with Description’,een van de meest emotionerende teksten die ik ken,is een projectieve rol weggelegd voor de ontkenning:woorden als ‘not’. Op de eerste pagina lees ik al:’To describe it not as dew because it is in the trees.’ Op de derde pagina:’Not it is not it is not it is not it is at all as it is.’ Op de vierde pagina staat ook een prachtig voorbeeld,en ik word verleid deze zin programmatisch te lezen:’Letting it be not what it is like.’ Wat is er nu zo opvallend aan hoe Stein de ontkenning hier gebruikt? Op ‘not’ moet iets volgen – ze zet ‘not’ en ‘never’ graag aan het begin van een zin. Deze ontkenningen zijn projectief: ze wijzen vooruit naar wat er ontkend zal worden.'(bladzijde 40) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘Jade of albast’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ‘Soms als in het weekend de bladgroenstruiken fladderden in de wind en het klateren van overvloedig water in de lange straat vol schaduwen de zang van de vogels imiteerde en de dieren op het plein zonder te bewegen snuiverig werden van het stof,gingen ook Levedi en Juan op bezoek bij hun buurman,de oude curator,om te worden voorgelicht over de schatten van zijn huis en over de slimme manieren waarop daaraan nog meer kon worden toegevoegd.'(bladzijde 91) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af. Een bijzonder woord. Van Paul Celan het woord ‘woordwaag’.