met ‘Netwerk in eclips’ van Samuel Vriezen. ‘Het balt zijn betekenisdomein samen tot een ervaringsmoment,en dat definieert dan iets wat je ‘de dikte van het heden’ zou kunnen noemen. Aangezien de woorden in Steins teksten zo’n korte werking hebben is haar heden zeer dun,met weinig ruimte voor interne variatie. Bij een zin van Proust bal je juist grote lappen tekst steeds opnieuw samen,en dat heden correspondeert met heel veel verleden en toekomst. Bij het meten van snelheid moet je natuurlijk niet alleen een tijdinterval van meting bepalen maar ook de hoeveelheid verplaatsing die in die tijd optreedt. Wat zou verplaatsing binnen zo’n tekst kunnen zijn? Misschien gaat dat dan over hoe de in het hoofd van de lezer opgeroepen betekenissen aan het schuiven worden gebracht? Per woord kom je in een nét iets andere wereld. Stein is snel,maar dat komt niet alleen doordat haar hedens zo kort zijn en dus snel langsschieten.'(bladzijde 42) Wordt vervolgd. Nu weer een verhaal van Breyten Breytenbach. Titel ‘JIE-AI-AI-IE’. ‘Wij voeren lange afstanden in boten op ondergrondse rivieren. We leunden over de railing en zagen de lijken voorbijdrijven,de manden bijna vol met hun wijde witte kleren. We zagen de manden loom deinen in de stroom en hoe sommige vastraakten in de biezen langs de oevers. Door kokers hesen we ons omhoog naar het daglicht.'(bladzijde 93) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af. Een bijzonder woord. Van Mark van Tongele uit ‘Lichtspraak’ het woord ‘hartsentimentaliteit’.