met ‘Netwerk in eclips’ van Samuel Vriezen. ‘Wie het boek opent en doorbladert,ziet meteen een grote formele rijkdom – veel variatie in de bladspiegel. Wie dan begint te lezen,merkt op elke pagina een enorme dichtheid aan indrukken en observaties,elk zo direct geschreven,compact geformuleerd,en meestal in de tegenwoordige tijd,dat het is alsof je het in realtime meemaakt. Dat effect wordt versterkt doordat er razendsnel heen en weer wordt geschakeld tussen verschillende onderwerpen. Iedere zin kan over iets anders gaan. Je tuimelt van observatie in observatie:het gaat over katten,busritten,seks,politiek,literaire theorie,popcultuur,wolken,rommel op staat,eindeloze indrukken,elkaar zonder logica maar dwingend en meeslepend in hun ritme opvolgend. Alsof de auteur je de werkelijkheid,inconsistent en discontinu als ze is,zo gecomprimeerd mogelijk wil laten ervaren. In ’the Alphabet’ verschijnt de werkelijkheid op een nieuwe manier,of op allerlei nieuwe manieren. Silliman is als dichter,redacteur,theoreticus en bloemlezer sinds de jaren zeventig een van de drijvende krachten geweest binnen de Amerikaanse stroming Language Poetry. Wat de Language Poets inhoudelijk gemeenschappelijk hebben is een voorkeur voor radicaal experimentele vormen.'(bladzijde 54-55) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘Het wezen van zijn leer’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ‘Hij wil zo graag zijn geklater eens zien spartelen aan de speer van de zon. De rotswand is rood. Hij ziet daar ingekrast staan in nog dieper rood:’Nu heeft witmens van de Droomtijd een nachtmerrie gemaakt’. De nacht is niet te vertrouwen. Het is te ver weg. In Bombay is het moeilijk een votieftempel te vinden waar het niet druk is.'(bladzijde 98) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af. Een bijzonder woord. Uit ‘Lichtspraak’ van Mark van Tongele het woord ‘maanneveldons’.(bladzijde 35)