met ‘Netwerk in eclips’ van Samuel Vriezen. ‘Wat wordt er gecommuniceerd? – iets wat vooraf is gegrondvest,voorverpakt,alsof het al werd begrepen,klaargelegd voor consumptie in de neutrale tabellen van de helderheid. De buitenwereld krijgt een betrouwbare identiteit die aan de bemiddeling voorafgaat. ‘Dat moet denk ik gemeld worden.’ Dus hoeft in communicatie geen actieve betekenistoekenning plaats te vinden. Zulk werk is ondergeschikt en overdraagbaar. Overweldigd door de werkelijkheid. in plaats daarvan – ‘buitenwereld op zijn voorwaarden.’ Als het medium deze transparantie kan verkrijgen,dan kan de inhoud van een vooraf bestaande wereld (reeds in warenvorm gerangschikt) grenzeloos worden verwisseld. Een laisser-faire-orde,bestuurd door de onzichtbare hand van de taal (alsof het ging om het hegemonistische Groot-Brittannië van de negentiende eeuw). Betekenistoekenning krijgt niet het voorrecht toegeschreven de sociale wereld te grondvesten. Het is ondersteunend;een dochtermaatschappij. Een ‘dramatisering’. De wereld is al gegrondvest,en dat is dat. Niet dit,maar dat. Woorden lijken niet materieel,en ook de grotere structuur waar ze in passen niet. ‘TRANSPARANT’. Een dematerialisering,een verdamping.’gebakken lucht totaal gericht.”(bladzijde 62-63) Wordt vervolgd. Nu verder met de bundel ‘Om en nabij’ van Hans Tentije. ‘Al met al////De seizoenen keren telkens terug,zei ze,maar wat gebeurt er/met de jaren?///hoe verder je ze achter je laat,des te moeilijker/blijken ze van elkaar/te onderscheiden,de tijd die rest/is al aangebroken///een dromer als jij oriënteert zich het liefst/op de wolken,op hun onverwisselbare,veranderlijke/gedaanten,terwijl de herfstwind/kopzorgen en hersenspinsels verjaagt/en van weemoed de essence/meevoert'(bladzijde 5) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af. Een bijzonder woord. Van Mark van Tongele uit ‘Lichtspraak’ het woord ‘zeesmaak’.(bladzijde 55)