met ‘Weerstandsbeleid (nieuwe kritiek)’ van Jeroen Mettes. ‘Één samentrekking – ’tik tok’ – is natuurlijk niet genoeg om een ritme te genereren. Er moet sprake zijn van een voortdurende passieve synthese,die zichzelf herhaalt:’the brain marshals multiple stimuli into ordered patterns'(Attridge,1). Deze ordening is niet homogeen. Door de herhaling van asymmetrische samentrekkingen worden we een asymmetrie in de tijd zelf gewaar,tussen verleden en toekomst,samengevat in een heden waarin we ons continu bevinden: ‘Cette synthèse contracte les uns dans les autres les instants successifs indépendants. Elle constitue par là le présent vécu,le présent vivant. Et c’est dans ce présent que le temps ce déploie. C’est à lui qu’appartiennent et le passé et le futur:le passé dans la mesure où les instants précédents sont retenus dans la contraction;le futur,parce que l’attente est anticipation dans cette même contraction. Le passé et le futur ne désignent pas des instants,distincts d’un instants supposé présent,mais les dimensions de présent lui-même en tant qu’il contracte les instants (DR 97).’ Het is deze asymmetrie van de tijd,zoals geconstitueerd door samentrekking en herhaling,die ritme een richting geeft,dat wil zeggen,een beweging die iets vasthoudt uit het verleden (retentie) en vooruitloopt op een waarschijnlijke toekomst (protentie).'(bladzijde 284) Wordt vervolgd. Nu weer verder met de bundel van Hans Tentije ‘Om en nabij’. Uit de reeks ‘Tot zover’ Henk Bernlef gedenkend het gedicht ‘Onder ogen’. ‘Geblinddoekt weer terugkeren en kijken/in hoeverre je geheugen je herinneringen veilig heeft gesteld -///zal het meeste overeind,intact zijn/gebleven en laten de finesses zich nog steeds raden/als ze het onderwijl al niet/tegen de tijd hebben afgelegd?///wie weet werd het theater gesloten,het wezen/van straten onherroepelijk veranderd,zijn hele rijen/huizen in zoiets als een ommezien/met de grond gelijkgemaakt'(bladzijde 45) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ het woord ‘luchtfabriek’. (bladzijde 59)