met ‘Walter Benjamin – Reddend nihilisme’ van Frank vande Veire uit het boek ‘Als in een donkere spiegel;De kunst in de moderne filosofie’. ‘De allegorie kan het best begrepen worden in contrast met het symbool. De romantische traditie beschouwde het symbool als een particuliere,zintuiglijke verschijning die een universele,bovenzintuiglijke inhoud incarneert. Het realiseert in die zin een directe eenheid tussen het eindige en het oneindige,tussen het immanente en het transcendente. Het symbool heeft een ‘natuurlijke’,’organische’ band met wat het symboliseert. De allegorie daarentegen mist die levendige en transparante band met wat ze betekent. Ze stelt niet iets onmiddellijk aanwezig,maar is een teken dat moet worden gelezen en geïnterpreteerd. De romantici deden de allegorie daarom af als ‘conventioneel’,’arificieel’,’gezocht’,’intellectualistisch’… Maar voor Benjamin is de allegorie nu juist een taalvorm die nauw aansluit bij de moderne,geseculariseerde werkelijkheidservaring. Voor de mens van de zeventiende eeuw getuigt niets in de natuur nog van een bovennatuurlijke openbaring of eschatologie. De natuur is een ontzielde,’ontwaarde dingwereld’ die geen betekenissen meer ontvangt van iets wat haar te boven gaat. Vandaar dat het nu aan de mens is om de dingen met allerlei betekenissen op te laden. Dit is wat in de allegorie gebeurt:het arbitraire be-tekenen van wat op zichzelf geen betekenis heeft.'(bladzijde 179) Nu weer een gedicht van Mark van Tongele uit de bundel ‘Lichtspraak’. ‘TIJDLOOS/////Gezwind in de winkelstraat lopend kwam ik een vluchtelinge tegen./Zij sprak me in gebrekkig Nederlands aan:’Wat is de tijd?’/Waarom vraagt u dat aan mij? Dat is een wijsgerig geval,/daarover denkt men niet. Ik begreep haar onmacht pas/toen ik aarzelend in haar ogen zag hoe laat het was.'(bladzijde 14) Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ het woord ‘linkerdaad’. (bladzijde 148)