met ‘Walter Benjamin – Reddend nihilisme’ van Frank vande Veire uit het boek ‘Als in een donkere spiegel;De kunst in de moderne filosofie’. ‘Deze subjectieve betekenisstichting geeft de moderne mens het gevoel soeverein te zijn,maar maakt hem tegelijkertijd melancholisch. Hij beseft dat geen enkele betekenis bindend is,dat elk teken in principe alles kan betekenen. Elke betekenis die hij aan de dingen oplegt is bij voorbaat – dit leerde Kant – van de dingen zelf,van de ‘waarheid’ losgeslagen. De moderne mens ontdekt zichzelf als ‘een heerser over dode dingen’. En ook zijn handelen is ijdel,want het historische gebeuren heeft geen intrinsieke bestemming meer. De geschiedenis trappelt als het ware doelloos ter plaatse. Dit toont het barokke drama. Op zijn ‘Bühne’ is de geschiedenis tot natuur vervallen,tot een ‘verstard oerlandschap’. De personages,niet in staat tot historische daden,vluchten in de melancholische contemplatie van de ontwaarde dingen die hun resten. Het barokke drama heeft een voorkeur voor zaken die het gebrek aan zin en betekenis aanduiden:de ruïne,het kadaver,het doodshoofd,het dodenmasker,de met bloed gevulde beker,kortom:alles wat slechts restant is,brokstuk,fragment. Deze zaken verschijnen niet als symbolen die op expressieve wijze een levendige aanwezigheid oproepen. Het zijn ‘allegorieën’:steriele,uitdrukkingsloze emblemen of rekwisieten die eerder tot een eindeloos getob over de vergankelijkheid aanzetten dan dat ze ontroeren.'(bladzijde 180) Wordt vervolgd. Nu weer verder met een gedicht van Mark van Tongele uit de bundel ‘Lichtspraak’. ‘BEKENDE STRANDVERSIERDERS/////De langstlopende soap vind je op het strand:/de ooggetuigen van de zee,ze zuigen je mee///in het zand:de platte slijkgaper,de kompaskwal,/de ruwe alikruik en de tere dunschaal,de snotwolf,///de broodspons,het zaagje,de fluwelen zwemkrab,/het blaaswier,het Michelinmannetje en het nonnetje,///de vlokkige zeenaaktslak,de glanzende tepelhoorn,/de dodemansduim en de gedoornde hartschelp.///Afgeschuimd van de woelige werkelijkheid,/de vermakelijke lotgevallen van de sterren///van het moment:je blijft ernaar kijken,/ruisend van een eindeloos hoezee.'(bladzijde 15) Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ het woord ‘galgenernstige’.(bladzijde 150)