met ‘Walter Benjamin – Reddend nihilisme’ van Frank vande Veire uit het boek ‘Als in een donkere spiegel;De kunst in de moderne filosofie’. ‘De reproductietechnieken rukken het kunstwerk los uit de traag en geduldig geweven samenhang van de traditie. Er is geen overlevering meer,geen ervaring die wordt doorverteld. Door zijn technische reproductie wordt het kunstwerk aan een ogenblikkelijke en quasi-universele openbaarheid prijsgegeven. Ontdaan van zijn altijd mysterieuze uniekheid wordt het kunstwerk te allen tijde voor iedereen zichtbaar. Wat het aan ‘cultuswaarde’ verliest,wint het aan ’tentoonstellingswaarde’. Kunstvormen als fotografie en film zijn bij voorbaat van aura ontdaan. Een foto of een film heeft immers geen origineel. Ze worden meteen gemaakt met het oog op hun reproductie en distributie op grote schaal. Vooral de film is het moderne medium bij uitstek. Door de vlugge opeenvolging van gemonteerde beelden en de ongewone gezichtshoeken heeft de film een vervreemdende visuele schokwerking die aan het tactiele grenst. Dit ‘schokkend’ karakter van de film sluit aan bij de jachtige en chaotische wereld uit de grootstad. Een film zet niet,zoals een schilderij,aan tot contemplatie,maar test de tegenwoordigheid van geest van de moderne stadsmens. Daarbij is de film,omdat hij voor een groot publiek kan worden vertoond,zeer geschikt voor de revolutionaire omvorming van de massa.'(bladzijde 182-183) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Mark van Tongele uit de bundel ‘Lichtspraak’. ‘FREE KICKS/////Ajourzijn,hoogteroer,goocheltoer,zoals/toermalijn dat in verschillende doorzicht-/richtingen een andere kleur vertoont.///De inspraak van het bloed volgen./Elke zin met een vraag in de flank aan-/vallen. Een vlotte manier van leven.///De voortgang van betekenissen verfrist zich/bij gratie van je vaardigheid in het zelf/beleven van het onherkenbare en unieke.///Gedachte na gedachte in het verstaan roepen,/zoals elke stap in een oogopslag ophoepelt/om op staande voet zichzelf te overleven.///Woorden zijn geen steunstukken,/maar polsstokken die je doorluchtig/op het juiste moment moet loslaten.'(bladzijde 24) Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ het woord ‘jadaammussehere’. (bladzijde 151)