met ‘Walter Benjamin – Reddend nihilisme’ van Frank vande Veire uit het boek ‘Als in een donkere spiegel;De kunst in de moderne filosofie’. ‘Zoals volgens het Goethe-essay de cultus van de schoonheid wijst op een mythische bevangenheid,zo kan volgens het ‘Kunstwerk’-essay in de moderne tijd de aura van het kunstwerk nog slechts valse schijn zijn,een krampachtig instandhouden van iets wat zijn tijd heeft gehad. Zo’n artificiële herauratisering verwijt Benjamin aan het symbolisme en ‘l’art pour l’art’ die pleitten voor een spirituele kunst die boven het ‘vulgaire’ gewoel van het moderne leven verheven zou zijn. Hij bekritiseert ook de cultus rond de steracteur die de verloren aura van de kunst moet herstellen. Hij ziet hierin een verwantschap met het fascisme dat het leiderschap opnieuw een esthetisch-religieus aura wil geven. Deze ‘esthetisering van de politiek’ kan men slechts beantwoorden met een ‘politisering van de esthetiek’. In het ‘Kunstwerk’-essay wordt het pleidooi voor een doorbreken van de schone schijn niet meer gemotiveerd door een nauwelijks uitgesproken messianistische hoop,maar door een revolutionair pragmatisme. In confrontatie met het nationaal-socialisme heeft de kunst geen andere keuze dan de spreekbuis te worden van revolutionaire idealen. Hierbij geloofde Benjamin in het ‘intrinsiek’ revolutionaire potentieel van het medium film,in tegenstelling tot het ‘intrinsiek’ conservatieve karakter van klassieke media zoals schilderkunst. Maar tegelijk moest hij toezien hoe de film ‘feitelijk’ op grote schaal esthetische schijn produceerde.'(bladzijde 183-184) Wordt vervolgd. Nu weer verder met een gedicht van Mark van Tongele uit de bundel ‘Lichtspraak’. ‘JU-JU/////In het volle besef dat alle ernst/van het bestaan rechttoe rechtaan/kosmisch nietig wordt verklaard,///geef ik mijn taalros vrolijk de sporen,/vaar ten hemel,met kreet,ga tekeer./Dag gewemel. Me reet. Hoe zeer.'(bladzijde 26) Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ het woord ‘onzelieveheersbaasje’.(bladzijde 153)