met ‘Walter Benjamin – Reddend nihilisme’ van Frank vande Veire uit het boek ‘Als in een donkere spiegel;De kunst in de moderne filosofie’. ‘Deze poging is vooral nodig omdat volgens Benjamin zijn tijd nog steeds in die negentiende- eeuwse slaap is gedompeld. De bedoeling is dus dat het heden via een kritische terugblik op het verleden uit zijn ‘eigen’ fantasmagorie zou ontwaken. De techniek van dit ‘ontwaken’ is een dubbelzinnige zaak. Enerzijds is Benjamins opzet marxistisch. De moderne fantasmagorie wordt gezien als een ideologisch drogbeeld dat de harde realiteit van het kapitalisme verdoezelt. Ze maskeren de ‘magasins de nouveautés’ het altijdgelijke van uitbuiting en meerwaardeproductie. Maar eigen aan het ‘Passagen-Werk’ is dat de fantasmagorie niet slechts wordt voorgesteld als ideologische schijn,maar ook als een verschijning die de belofte van een mogelijke bevrijding uit die schijn in zich draagt. In die zin volstaat het niet om de dromer aan de realiteit te herinneren. De droom is altijd al zelf op ontwaken uit,en de historicus moet,als een soort psychoanalyticus,de droomelementen gebruiken bij het ontwaken. In zijn ‘droomduiding van de negentiende eeuw’ moet hij in de fantasmagorie die momenten aanstrepen waarin zij onbewust reeds op een bevrijding anticipeert. Een dergelijke duiding is niet boudweg ontmaskerend,maar ook ‘reddend’.'(bladzijde 187-188) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Mark van Tongele uit de bundel ‘Lichtspraak’. ‘MIJN TERMINALE MOEDER/THUISKOMEND VAN DE KAPPER/////Bij mijn hartstochtend compliment krullen/haar mondhoeken,alsof de dood niet bestaat.///Mijn lievelingstaart die zij heeft gebakken,/blijft onaangeroerd. De tijd kropt me in de keel.///Het kaarsje bij het Bretoense Madonnabeeld/dat op de keukenkast staat,brandt,vooralsnog.///Ik zie me in haar blik vereeuwigd met een jagershoedje/zittend op een kermispaard zwaaiend naar het licht.///O herinneringenopenscheurende omhelzing/bij het afscheid in de regenwinderige deuropening:///een permanent moment ter attentie van ’the end’.'(bladzijde 38) Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ het woord ‘ijsnast’. (bladzijde 154)