met ‘Walter Benjamin – Reddend nihilisme’ van Frank vande Veire uit het boek ‘Als in een donkere spiegel;De kunst in de moderne filosofie’. ‘Toch is de waarheid voor de filosofie geen zaak van moeizame,uiteindelijk eindeloze voortgang. De waarheid is iets dat voorbijflitst en moet worden gevangen in een configuratie van begrippen die het kunstwerk als fenomeen noodzakelijk geweld aandoet. Het filosofische inzicht deelt de uniekheid,het onherhaalbare van het kunstwerk. Benjamin is ervan overtuigd dat kunstwerken uit het verleden niet alleen een soort hiërogliefen zijn die de waarheid over hun eigen tijdsgewricht in zich bergen,ze bevatten volgens hem tevens ‘profetieën’ over het heden. De filosoof-criticus moet oog hebben voor de unieke bliksemflits waarmee soms vergeten vormen van kunst een licht op het heden werpen. Zo’n licht is altijd dreigend én beloftevol. Het is ‘messiaans’. Het ‘Passagen-Werk’ betekent een fundamentele verschuiving in Benjamins verhouding tot de kunst. Terwijl hij in dit werk slechts sporadisch de kunst behandelt,is zijn verhouding tot de kunst er intiemer dan in zijn eerdere werk. Het ‘Passagen-Werk’ eigent zich namelijk de artistieke strategie van montage toe. In het nuchtere soort surrealisme dat het praktiseert,is het dus zelf een kunstwerk. Het onderwerp ervan is de met technische middelen geconstrueerde fantasmagorie van de negentiende eeuw.'(bladzijde 191) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Mark van Tongele uit de bundel ‘Lichtspraak’. ”ONVOORWAARDELIJK ZIE IK JE GRAAG’/////De gangbaarheid van het woord onvoorwaardelijk/verdraagt af en toe,maar niet te lang,losgeslagen/hartsentimentaliteit,maar bovenal handhaaft ze zich///bij de gratie van een weerbaarheid,dagdagelijks/in de kleine dingen aangevat,ondanks huisverdriet,/pretbedervers,porfiergruis,zintuiglijk doorleefd.///Spring in de bres voor de duistere hang/van je lichaam,verdedig met gloed en bloed/je talloze tederheid,je speelveld,desdoods,///want aan je verborgen littekens herken je/jezelf,je stem die het licht draagt,sterk genoeg/om eenieder die je graag ziet levenslang te bewaren.'(bladzijde 47) Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ het woord ‘schaamteschedels’.(bladzijde 154)