met ‘Nomaden-denken’ van Gilles Deleuze. ‘Dit gebeurde in het tijdschrift ‘Acéphale’ waaraan Jean Wahl,Bataille en Klossowski verbonden waren. Maar nu is dat misschien niet meer het probleem. De strijd moet niet meer op het niveau van de teksten worden gevoerd. Niet omdat men op dat niveau niet zou kunnen strijden,maar omdat die strijd niet meer nuttig is. Het gaat er veeleer om de externe krachten te vinden,te bepalen en zich daarbij aan te sluiten,die deze of gene uitspraak van Nietzsche haar bevrijdende werking geven,haar gerichtheid op een buiten. De vraag naar het revolutionaire karakter van Nietzsche stelt zich op het niveau van de methode:het is de nietzscheaanse methode een tekst van Nietzsche niet meer te maken tot iets waarbij men zich moet afvragen:’Is dat fascistisch,is dat burgerlijk of op zich revolutionair?’-,maar tot een extern veld waarop fascistische,burgerlijke en revolutionaire krachten op elkaar botsen. En wanneer men het probleem zo stelt,is het noodzakelijk met de methode corresponderende antwoord:vind de revolutionaire kracht (is dat de Übermensch?). Altijd een beroep nieuwe krachten,die van buiten komen en die de tekst van Nietzsche binnen het kader van het aforisme doorkruisen en versnijden. Daarin bestaat de legitieme tegendraadse interpretatie:het aforisme als een fenomeen behandelen dat in afwachting van nieuwe krachten is,die komen om het ‘onder het juk te brengen’,het te laten functioneren of ook om het te laten exploderen.'(bladzijde 55-56) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Mark van Tongele uit de bundel ‘De loeiende tier’. ‘ZONDER ONHEIL BEWEEGT NIETS/////De verwaaide,ijzige toppen van hoge/stapelwolken schuiven voorbij.///Het zonlicht waaiert weg. Een wolk-/breuk volgt,bliksems. Gier ik of///top ik de raas? Vier ik de schoot?/Zeil ik admiraal? Of met klein zeil?///Lijk ik een lijk aan? Gil ik het uit?/Of bind ik in? Redder ik de zeilen?///Deze veelzinnigheid van de zin van/het zijn,deze wezenlijke desoriëntatie.///In hemelsnaam waar verzeil ik?'(bladzijde 13) Dit was het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ het woord ‘ulevellenstroepstoom’. (bladzijde 154)