met ‘Nomaden-denken’ van Gilles Deleuze. ‘Men beseft heel goed dat de nomaden onder onze heerschappijvorm ongelukkig zijn:men schrikt voor geen enkel middel terug ze op een bepaalde plaats te fixeren,zij kunnen nauwelijks leven. En Nietzsche leefde als één van deze tot hun schaduw gereduceerde nomaden,toen hij van het éne gemeubileerde pension naar het andere trok. Maar de nomade is niet noodzakelijk iemand die beweegt,er bestaan reizen ter plaatse,reizen aan intensiteit,en zelfs historisch zijn de nomaden niet degenen die zich op de wijze van landverhuizers bewegen,maar integendeel degenen die niet bewegen en slechts nomadiseren om op dezelfde plaats te blijven,terwijl zij aan de codes ontkomen. Men beseft heel goed dat het probleem van de revolutie nú daarin bestaat een eenheid van de punctuele strijdvormen te vinden zonder in een despotische en bureaucratische partij-organisatie of staatsapparaat terug te vallen:een oorlogsmachine die niet opnieuw tot een staatsapparaat zou leiden;een nomadische eenheid in relatie tot het buiten,die niet opnieuw de interne despotische eenheid zou herstellen. Het meest fundamentele bij Nietzsche is misschien de radicaliteit waarmee hij met de filosofie heeft gebroken,zoals blijkt uit het aforisme:uit het denken een oorlogsmachine te hebben gemaakt,het denken tot een nomadische macht te hebben gemaakt. En zelfs wanneer de reis zonder beweging is,zelfs wanneer zij onwaarneembaar,onverwacht,onderaards en op de plek zelf plaatsvindt,moeten wij ons afvragen wie onze huidige nomaden zijn,wie werkelijk onze nietzscheanen zijn?'(bladzijde 62-63) Dit was het essay van Gilles Deleuze. Nu weer een gedicht van Mark van Tongele uit de bundel ‘De loeiende tier’. ‘LEVENSELIXER/////Strooigoed. Stroomzin. Ademstuwbekken. Perz/ikpitten. Wakemix. Zingzaadheelkansen. Opper-/blozebollenwangenwaagvulling. Gloorkoppie./Sopraan schoon. Swing. Springbron. Morgenrode/matrozenkragen. Marimba. Aardappelbloesem./Valreepgatendichting met waarborg. Hierbalsem./Vrolijke tongslippers. Hoopvers. Lichtzinrijs.'(bladzijde 20) Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Beter een woordgroep. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ de woordgroep ‘wie zoo zoo zo lis wie’. (bladzijde 154)