met ‘De lezer en de wereld’ van Jeroen Mettes uit ‘Weerstandsbeleid’. ‘In die zin is vandaag niets minder zeker dan het bestaan van een wereld. Nooit was het evidenter dat de mens het ‘productieve dier’ is,het makende dier,het dier dat zichzelf overstijgt door een wereld uit de grond te trekken. Alles komt ons voor als menselijk product,of anders wel als grondmateriaal voor menselijke productiviteit. Elke boom bestaat bij de gratie van een ambtelijke of zakelijke beslissing. Aan de andere kant hebben we ons zelden in een situatie van grotere passiviteit en machteloosheid bevonden. Zelfs tot ons werk verhouden we ons in een relatie van ‘consumptie’. De negentiende-eeuwse mijnwerker werd enkel gedwongen zichzelf te verkopen;de hedendaagse loonslaaf wordt gedwongen het leuk te vinden,en zelfs de last te dragen als was het de ultieme uitdrukking van zijn persoonlijkheid. (‘Ik hou van werken met mensen.’) De massale populariteit van een soort pandarwinisme – de neiging om alles te verklaren aan de hand van evolutie en genen – is een andere index van deze sinistere ironie:hoe meer de mens over zichzelf leert en greep krijgt op de natuur,hoe meer hij op een aap begint te lijken. En blijkbaar is dat ook helemaal niet erg. Is het in feite geen opluchting om niet langer verantwoordelijk te hoeven zijn voor eigen leven en eigen wereld? ‘De samenleving is niet maakbaar”:nu ook quasi-wetenschappelijk bewezen!'(bladzijde 293=294) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Mark van Tongele uit de bundel ‘De loeiende tier’. ‘THIS WAS THE WEEK WHEN THE FINANCIAL MARKETS BEGAN/////’to have doubts about the Fed. Till only a few days ago,/investors had assumed that they needn’t worry/about inflation. Now they are not sure.’///Miljoenen schermen knipogen wereldwijd naar elkaar./De angst cultuurloos te worden heeft toekomst,/je laat toch de tijd niet los,de geschiedenis weg?'(bladzijde 24) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ het woord ‘belazero’. (bladzijde 155)