met ‘De lezer en de wereld’ van Jeroen Mettes uit het boek ‘Weerstandsbeleid’. ‘Waar ik echter grote moeite mee heb is de relatie tussen dwang en geluk. ‘En meer vrijheid!’ is de eis die onmiddellijk aan deze regels voorafgaat,waarmee waarschijnlijk de vrijheid van een leven zonder ‘ordenend principe’ wordt bedoeld. De tekst laat er weinig twijfel over bestaan dat deze vrijheid neerkomt op de vrijheid te consumeren: te zien,te eten,te genieten. Maar ook: de vrijheid de eigen onvrijheid te consumeren,hetgeen blijkbaar met groot geluk gepaard gaat. Dit is meer dan berusting,dit is berusting voorgesteld als quasi-religieuze extase. Vaessens en Joosten noemen Duinker niet voor niets een ‘bekeerling’. Of de dichter nu werkelijk ‘bekeerd’ is of niet,de combinatie van euforisch enthousiasme en de meest eenvoudige dictie heeft ontegenzeggelijk een bekeringseffect:de dichter-spreker lijkt bekeerd en de lezer voelt zich bekeerd worden tot de wonderlijke verschijning van het alledaagse. Is er een religie die gemakkelijker te begrijpen is dan de religie van alledag? Maar zoals ik al zei:het dagelijks leven transcendeert op geen enkele manier de maatschappij en de geschiedenis. De religie waartoe Duinker volgens Vaessens en Joosten bekeerd zou zijn doet mij dan ook het meest denken aan het kapitalisme zoals Walter Benjamin dat beschrijft in een nagelaten fragment met de veelzeggende naam ‘Kapitalismus als Religion’:'(bladzijde 305-306) Wordt vervolgd. Nu weer verder met een gedciht van Mark van Tongele uit de bundel ‘De loeiende tier’. ‘HEB JE ZWOERD ACHTER JE OREN?/////Gevangen in de hardleerse kring van een leefreglement,/in een wereld die zijn eigen succeswijzers adverteert,///waarom voortborduren op hetzelfde stramien?/Waarom toch twisten om een haverstro?///Het gevoel verpletterd te worden door de markten,/ondoorzichtig onbereikbare economische systemen.///Hoe ontkomen aan kwantitatieve imperatieven?/Hoe milieu,groei en werk met elkaar verzoenen?///In hemelsnaam,aan wat hangt een mens zijn hart?/Waarom is het universum ondanks de talloze sterren///aartsdonker?'(bladzijde 35) Het gedicht is nog niet af. Een bijzonder(e) woord/woordgroep. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ het woord,de woordgroep ’twee temmertjes hater talen’. (bladzijde 171)