met ‘Tegenstrijdig – en onvoorzien'(Besluit) van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Schopenhauer zag de hele werkelijkheid voortgestuwd worden door een razende ‘wereldwil’ waartegen de rede en zelfs heel onze systematische kennis het moest afleggen. Elke hoop op verlossing,de erfenis van het christendom dat de wereld behoed zag worden door een welwillende Schepper,ging daarin verloren. Voor Schopenhauer was dat een reden om de mens te manen tot berusting en acceptatie van het lijden. Voor Nietzsche school daarin meer en meer de uitdaging om het leven hartstochtelijk te omarmen,in de volle wetenschap dat er geen hemelse redding of rechtvaardigheid daagde en dat zelfs de ‘Übermensch’ alleen maar in het bestaan kon ondergaan. Zo verschoof de verhouding tussen de mens en het goddelijke dat nu,in de nachtzijde van het menselijk bestaan,de gestalte had aangenomen van een onoverwinnelijke en uiteindelijk verpletterende werkelijkheid. Zelfs als elke transcendentie verdween,dan nog keerde deze dimensie waarin de mens zich alleen maar verloren kon weten,terug in een aardse gestalte waaraan hij niettemin trouw moest blijven,zoals Nietzsche zijn profeet Zarathustra liet zeggen. Soeverein en almachtig kon de mens zichzelf in ieder geval niet meer noemen,ook al bleef hij die illusie koesteren als erfgenaam van de Verlichting. Tussen beide gestalten laveerde de moderne mens voortdurend heen en weer.'(bladzijde 338-339) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Mark van Tongele uit de nundel ‘Ademruis’. Titel:’Appellation contrôlée’. ‘MIse en bouteille. Met zicht op het marktplein:/kraampjes zeilend tussen getaande platanen,/waaronder gesandaalde humeuren bellefleuren.///In de ‘Daupiné Libéré’ lees ik over de vreugd/van het buitenkokkerellen en over de ongerepte/geneugten van de verleidingskunst. Mesdemoiselles.///Het paradijs,waar op het zingen van de dubbele/fluit der efeben en de lier wordt gedanst/in harmonie met het universum,uitbundig'(bladzijde 27) Het gedicht is nog niet af.Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ de woordgroep ‘het licht is de liefde is niets’.(bladzijde 214)