met ‘Tegenstrijdig – en onvoorzien'(Besluit) van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘De Nederlandse filosoof René ten Bos valt hem daarin bij. De soevereiniteit die we onszelf zo graag toeschrijven,bestaat helemaal niet,schrijft hij in zijn boek ‘Dwalen in het antropoceen’. Een zekere mate van bescheidenheid zou ons sieren. En net als Heidegger wijst hij op de noodzaak om te luisteren – niet naar het zijn misschien,maar wel naar de planeet. Zoals we eerder zagen,is het verschil tussen die twee niet eens zo groot. Maar wie dat doet,loopt wel een risico,zo schrijft Ten Bos:’Het is het aloude risico dat we sinds Plato kennen:de wijze wordt voor gek versleten.’ De mens zal zichzelf opnieuw moeten uitvinden,aldus Ten Bos. Misschien zijn wij nog maar halverwege in onze ontwikkeling,zo echoot hij Nietzsches profetie van een (misschien heel anders geaarde)’Übermensch’. Zo keren in de impasse van het antropoceen thema’s en inzichten terug waarvan ik het ontstaan in de afgelopen eeuwen heb getracht na te trekken. Filosofie is een verhaal dat door de geschiedenis heen verteld wordt:niet alleen in wat officieel als ‘wijsbegeerte’ te boek staat, maar in alle aspecten,soms de meest onverwachte,van ons bestaan. Eén ding springt er in deze ideeëngeschiedenis uit.Het denken kan nooit straffeloos voorbijgaan aan zijn eigen verleden.'(bladzijde 344-345) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Mark van Tongele uit de bundel ‘Ademruis’. Titel:’O jee ja!’ ‘Flankvuur goudlamé ruisklankkleur-/bodembeweging dartellettergloei/going strong tongstreling héhart-/grondige mondspray zonnezegen/toegenegen ademsteun lichtdeun/balsemgeurende ogenblikkendein/blanc de blancs o jee ja pootje-/baden in de branding geborgen/afgaan op het openzeevloeistof-/kompas danslust coup de grâce.'(bladzijde 33) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ de woordgroep ‘verloor zijn laatste haren en drinkt er de arme nevel’. (bladzijde 221)