met ‘Structuur’ (Lévi-Strauss,Saussure,Lacan) van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Eén overeenkomst valt al direct op. Het kaartspel dat Lévi-Strauss als voorbeeld neemt is een systeem van tekens:elke kaart verwijst naar een bepaalde plaats in de set en naar bepaalde functies die daarmee mogelijk worden:uitspelen,overtroeven,etc. En ook de taal is een tekensysteem,zij het veel uitgebreider,ingewikkelder en subtieler dan dat van het kaartspel,laat staan het stoplicht. Maar de taal heeft wel het voordeel dat de werking en logica daarvan al sinds eeuwen diepgaand zijn onderzocht. Ook Lévi-Strauss grijpt daarom terug op de linguïstiek om de logica te achterhalen van de tekensystemen die hij onderzoekt. En hij vindt daarbij aansluiting bij een theorie die al in het begin van de twintigste eeuw werd ontwikkeld door de Zwitserse taalgeleerde Ferdinand de Saussure – een verre nazaat van Horace-Bénédict de Saussure die,zo zagen we in hoofdstuk 10,ruim honderd jaar eerder voor het eerst de Mont Blanc had beklommen. Wat Ferdinand de Saussure voor het inzicht in de taal deed – was minstens zo belangrijk als wat zijn voorvader betekend had voor het alpinisme. Hoe is het mogelijk dat woorden betekenen wat ze betekenen? Hoe is het mogelijk dat klanken überhaupt naar iets kunnen verwijzen wat wij hun ‘betekenis’ noemen? Dat waren de vragen waarop Saussure een antwoord trachtte te vinden.'(bladzijde 290) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Mark van Tongele uit de bundel ‘Ademruis’. Titel:’Bij het opruimen van het ouderlijk huis’. ‘De zoldertrap kraakt nog eenmaal als ik mijn kamer opzoek./In het bed slaapt weemoed onder een sprei van jaren. Buiten/drijven wolken voort. Een duif rommelt in de dakgoot,slaat/zijn vleugels uit. Ik stoot de wekker van het nachtkastje,///rinkelend breekt de dag aan:lachen,spelen,altijd spelen./En steeds doemt de nachtmerrie op,draken en helse ondieren./Hopjes,flikjes en boterbrokkentroost in moederkoekenhuisje./Maar wel je melk opdrinken en je bord spinazie leeg.'(bladzijde 50) Het gedicht is nog niet af. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ de woordgroep ‘als men moe gaat slapen het borstbeeld’. (bladzijde 223)