met ‘Humanisme in debat'(Heidegger,Sartre,Gadamer) van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles’ (Hoe de moderne mens werd wie hij is). ”Zijn’ betekent dus:nooit helemaal volledig en uitputtend tegenwoordig zijn. De wereld ontsnapt ons altijd voor een deel,misschien wel een groot deel. ‘Zijn’ is niet hier-zijn,maar iets wat is trekt zich in zijn ‘zijn’ in veel opzichten voor onze blik terug:het is nu juist niet helemaal ‘hier’.’Zijn’ is niet harde,dingmatige presentie en beschikbaarheid,maar bestaat in de dimensie van de dingen die ons altijd ontsnappen. Het verwijst eerder naar afwezigheid dan aanwezigheid. ‘Zijn’ is dus een andere categorie dan ‘een zijnde’. Het is het aspect van alle bestaande dingen dat ons die dingen juist uit handen slaat. Niet als een alles verenigende logische categorie,zoals de wereld-idee bij Kant,maar als een schaduwzijde van de dingen die de wereld eindeloos diep en onvatbaar maakt. Wij staan uiteindelijk machteloos tegenover de wereld,want zij is groter dan wij. Daarmee pareert Heidegger de moderne verleiding van de mens om zich als een plaatsvervanger van God – in een ‘beeldreligie’,zo men wil – toch nog meester van de wereld te wanen en zo voor zichzelf een bestaanszekerheid te scheppen waarin hem niet langer de grond onder de voeten wordt weggeslagen. Juist dat laatste doet Sartre in Heideggers ogen,wanneer hij op dezelfde manier schrijft over de ‘blik’ als Heidegger dat doet over het ‘zien’ met betrekking tot het ‘wereldbeeld’:als datgene wat het andere en de ander objectiveert.'(bladzijde 273) Wordt vervolgd. Nu verder met de bundel ‘Gedichten’ van Mark van Tongele. ‘Relikwieën van ritme De zonnesynaps voor Stefan Hertmans (De bouwplannen voor alle structuren en functies van een organisme zijn gecodeerd aanwezig in ‘erfelijkheidsmoleculen’. Om in actie te treden moet dit moleculaire schrift letter voor letter worden ontcijferd en in groepjes van drie worden vertaald in aminozuren.////In het centraal zenuwstelsel kunnen de impulsen van het ene neuron naar het andere worden overgedragen. Deze schakelplaats noemen we de synaps. De informatieoverdracht geschiedt altijd via een keten van neuronen,meestal drie.) Het gedicht volgt nu De zon ligt/braak. Breek ik/de einder./Mijn seien/lijen zich./Taal,licht van/tijd,natuur-/lijk. Winter/int. Haar hout./Ik brabd al.'(bladzijde 29-30-31)Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ de woordgroep ‘bekaf het daadzaad der pers. reactie in kaftans’.(bladzijde 224)