met ‘Humanisme in debat'(Heidegger,Sartre,Gadamer) van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Want ook zo’n benadering beantwoordt stilzwijgend aan de eisen van de metafysica:zij kijkt naar de mens als object,als ‘voorhanden’ fenomeen,zonder te kijken naar de openheid op grond waarvan hij pas tot verschijnen kan komen en die hem maakt tot wat hij is. Met deze kritiek op de wetenschap maakt Heidegger zich deels tot echo van Nietzsche. Die laatste had immers al laten zien hoe de wetenschap nog altijd ‘gelovig’ was,in zoverre ze geen enkel vraagteken stelde bij de waarheid als iets absoluuts. Nietzsche wilde het woord ‘waarheid’ maar liever laten vallen ten gunste van de retoriek. Heidegger gaat niet zover,maar maakt een onderscheid tussen twee soorten waarheden. De ene is die van de wetenschap:objectief en objectiverend. Ze is echter secundair aan een oorspronkelijker waarheid,die niet tot het objectiverende en manipulerende van de ‘voorhandenheid’ behoort,maar deze pas mogelijk maakt. Waarheid De filosofie moet de waarheid denken vanuit de openheid die aan die wil voorafgaat. Zij is dus niet via een ‘methode’ te ontsluiten,zoals de wetenschap dat sinds Descartes doet,maar denkt tot voor de methode terug Heideggers leerling Hans-Georg Gadamer heeft deze dichotomie van wetenschappelijke methode en filosofische waarheid gethematiseerd in de beroemde studie ‘Wahrheit und Methode’ uit 1960.'(bladzijde 277) Wordt vervolgd. Nu weer verder met een gedicht uit de reeks ‘De zonnesynaps’ van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. ‘De zon uur-/vast in taal./Vloeibaar:God./Dood gebot-/teld. Van tijd/in houten/vaten. Dal-/kruid. Ik boom-/gaar haar huid,/louter licht.'(bladzijde 38) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ de woordgroep ‘voor de tryptiek zenuwziek’. (bladzijde 224)