met ‘De hinderlijke ander'(Sartre) van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Zo eindigt ‘The Devil in Miss Jones’ – waarschijnlijk de meest filosofische pornofilm uit de geschiedenis – als een sexy sartreaans drama. In de filosofie van Sartre blijft de ander mijn authenticiteit bedreigen,zolang ik hem niet op mijn beurt ‘ver-niet’. Dat werpt een weinig rooskleurig licht op het existentialistische mensbeeld,dat in de beeldvorming van de jaren veertig en vijftig gelijkstaat aan eenzaamheid,zinloosheid en uitzichtloosheid. Magistraal wordt dat tot uitdrukking gebracht in de film ‘Ascenseur pour l’échafaud'(Lift naar het schavot’) van Louis Malle uit 1958. Onder de desolate tonen van Miles Davis’ trompet dwaalt de hoofdrolspeelster Jeanne Moreau door Parijs,vruchteloos op zoek naar haar minnaar,die ze nooit meer in vrijheid terug zal zien. Toch betwist Sartre dat het existentialisme een pessimistische filosofie zou zijn. ‘Een optimistischer leer is er niet te vinden’, zo schrijft hij,’want de lotsbestemming van de mens ligt hierin bij de mens zelf.’ Maar daarvoor heeft hij direct na de oorlog een draai moeten maken ten aanzien van wat hij in zijn hoofdwerk schreef. Sartres vooroorlogse individualisme dat in ‘Het zijn en het niet’ nog doorwerkt,heeft gezelschap gekregen van een geloof in de politiek en de ervaring van een gemeenschappelijk lot dat in de loop van de oorlog bij hem heeft postgevat.'(bladzijde 250-251) Wordt vervolgd. Nu weer verder met een gedicht uit de reeks ‘Het lidwoord stilte’ van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. ‘Het lidwoord stilte ver-/vilt tijd:vlakke vellen/van handgeschept papier./Vertebraal taalstelsel.///Ik vertak. Het licht valt/uit het werkwoord God:vol-/vermogen dat zon rijk/in ons gevezel vlecht.'(bladzijde 65) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ de woordgroep ‘daar waar verlaten de ploeg der liefde stond’.(bladzijde 225)