met ‘Vrijheid'(Proust,Bergson,Husserl,Sartre,Beauvoir)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Pas in de laatste roman van de cyclus,’De tijd hervonden’,ontraadselt Proust het geheim van de duur die méér is dan een loutere opeenvolging van momenten,de ‘kloktijd’ zoals Bergson die heeft genoemd. ‘Het wezen dat in mij zo’n impressie ervoer,ervoer die in wat er op een vroeger tijdstip en nu het gemeenschappelijke van was,in wat er extratemporeel aan was’,zo schrijft Proust daar. ‘Een wezen dat alleen verscheen wanneer het zich door zo’n conformiteit van heden en verleden in het enige milieu bevond waarin het kon leven en genieten van de essentie der dingen,dat wil zeggen buiten de tijd,…iets dat,zowel aan het verleden als aan het heden toebehorend,veel essentiëler is dan beide.’ Fenomenologie Bij Bergson komt een filosofie tot ontwikkeling die uitgaat van het concrete menselijke bestaan en weigert dit te onderwerpen aan een objectiverend-positivistisch schema. Zijn denken loopt parallel aan wat in diezelfde periode gebeurt in Duitsland – en dat geldt in Frankrijk niet als een aanbeveling. Nog altijd is Duitsland in Franse ogen een land dat neigt naar ‘Schwärmerei’,sentimentaliteit en neveligheid. Maar sinds de Frans-Duitse Oorlog van 1870-’71 bezitten de Duitsers niet meer de charme waarmee Madame de Staël hen aan het begin van de negentiende eeuw nog kon beschrijven.'(bladzijde 232-233) Wordt vervolgd. Nu weer verder met een gedicht uit de reeks ‘Taalmineraal’ van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. ‘Onder water lijkt god hoger.en later:/iets lichts verstrooid door tijd./taaloptisch spiegelbeeld van zon/rekt een regenboog aan ons alfa-bed./de dood weerkaatst heiligenschijn./een liefdesgedicht tegendraads/in draaizin.dubbelbrkend taal/mineraal.kleur wordt woord./wij iriserende lentewolk.isis.’ (bladzijde 78)Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ de woordgroep ‘ waarvoor zij kust de voet die zij eens volgt’. (bladzijde 226)