met ‘Vrijheid'(Proust,Bergson,Husserl,Sartre,Beauvoir)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Veroordeeld Onze vrijheid is onontkoombaar. ‘We zijn ertoe veroordeeld’,zegt Sartre. Wanneer we haar verloochenen en zeggen dat we iets nu eenmaal ‘moeten’ doen of ‘het niet konden helpen’ dat we dit of dat gedaan hebben,dan verloochenen we onszelf. We maken ons handelen afhankelijk van iets anders dat ons ‘ertoe dwingt’ en maken onszelf zo tot ding:een biljartbal die willoos voortrolt omdat hij door een andere biljartbal wordt aangestoten. Die vrijheidsontkenning is beneden de menselijke waardigheid. Zij is,zegt Sartre,’te kwader trouw’. En de vrijheidsontkenning is dat des te meer omdat ze hoe dan ook onmogelijk is. We zíjn nu eenmaal onze vrijheid,óók in onze beslissing haar te verloochenen. Het excuus dat we niet anders kúnnen,dat wij nu eenmaal zo zijn als we zijn,dat dat in ons karakter ligt of dat we een bevel of verwachting niet kunnen negeren,gaat moedwillig voorbij aan het feit dat we altijd nog zelf beslissen hoe we aan die dwingende omstandigheid,dat karakter of bevel betekenis of gevolg geven. ‘Nee’ zeggen is altijd mogelijk,aldus Sartre – en weigeren ‘nee’ te zeggen is óók een beslissing,zij het een inauthentieke. Een mooi voorbeeld daarvan is de vaak geciteerde zinsnede ‘On ne nait pas femme,on le devient’ waarmee Simone de Beauvoir het tweede deel opent van haar boek ‘De tweede sekse’ uit 1949.'(bladzijde 240) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht uit de reeks ‘Digitaal speeldoosje’ van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. ‘Zaad in de dijen van het licht./Lentekier. Verdoofde boom wordt/oorbel van opvliegend morgen/waas. Cambium. Hoboblazer/tussen hout en huid. God. Open/plaats waar zoon en moeder/talen kruisen,in de stamboom/slippen. Gomharsend hersen:/een overgang zon. Vloei ik/de lippen van haar chromosoom.'(bladzijde 90) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ de woordgroep ‘in zijn laatste marmeren zwaan naar boston’.(bladzijde 227)