met ‘Vrijheid'(Proust,Bergson,Husserl,Sartre,Beauvoir)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles’ (Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Dat Sartre de burgerij model ziet staan voor de loochening van de vrijheid,laat zich nu wat beter begrijpen. In de bourgeois ziet hij bij uitstek de ondeugd terug die zich beroept op een onwrikbare orde en bestemming om elke persoonlijke bestaanskeuze te ontlopen. ‘Natuurlijk word ik notaris:mijn vader was het immers ook,mijn familie verwacht dat van mij,en hoe zou ik anders kunnen?’ Elke verantwoordelijkheid wordt afgewenteld op de omstandigheden,de traditie en de bestaande orde. Niets zal ooit wezenlijk veranderen,want niemand zal afwijken van de gebaande paden. Ik verontschuldig mijn misstappen met een verwijzing naar mijn ongelukkige jeugd die van dat alles de schuld is. Niet ik,maar mijn onbewuste is de eigenlijke dader van mijn handelingen. Niet ik,maar mijn meerdere is verantwoordelijk voor het bevel dat mij gegeven wordt. Zoals de keuzevrijheid bij Sartre de atheïstische vertaling is van de al even absurde ‘religieuze sprong’ bij Kierkegaard,zo is diens ‘inauthentieke mens’ de opvolger van Kierkegaards ‘spitsburger’. De bourgeois is voor Sartre even gedachteloos lid van zijn klasse als de Deense burger dat was van zijn staatskerk. Daarmee denkt hij vrij te zijn van iedere verantwoordelijkheid voor de keuzes die hij niettemin altijd al heeft gemaakt. Jacques Brel heeft die levenshouding later prachtig verwoord in zijn chanson ‘Les Bourgeois’.’ (bladzijde 242-243) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht uit de reeks ‘Digitaal speeldoosje’ van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. ‘ De zin buikademt:/een middenrif zon./Warmte kleeft aan/de lendenwervels/van het licht. Taal/moederkoekt. Ik na/vel. Oedipale zomer/geur. God smelt/in het cerebellum/van het landschap.'(bladzijde 93) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ de woordgroep ‘in jassen van suiker en schuim’.)bladzijde 227)