met ‘Vrijheid'(Proust,Bergson,Husserl,Sartre,Beauvoir)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Maar in hun zoeken naar eenvoudige ‘echtheid’ en ‘authenticiteit’ waren ze minstens zo schatplichtig aan het existentiedenken van Sartre,ook al nam toen al bijna niemand meer dat woord in de mond. In de song ‘Twelve-Thirty’ van The Mamas & The Papas komt dat duidelijk naar voren. Eerst is er de grauwe werkelijkheid van het alledaagse burgerbestaan: ‘I used to live in New York City;/Everything there was dark and dirty./Outside my window was a steeple/With a clock that always said twelve-thirty.’ Maar dan verandert het toneel en maakt de doodsheid van het stadslandschap plaats voor een menselijker wereld waarin ‘Good morning’ zeggen geen routine maar een gemeende gelukswens is. ‘Young girls are coming to the canyon,/And in the mornings I can see them/walking./I can no longer keep my blinds drawn,/And I can’t keep myself from talking.///At first so strange to feel so friendly -/To say ‘Good morning’ and really/mean it -/To feel these changes happening in/me,/But not to notice till I feel it.” Dit was het hoofdstuk ‘Vrijheid’.(bladzijde 244) Nu verder met hoofdstuk 15 ‘Het onbewuste'(Jean Paul,Nietzsche,Freud). ‘Wat gebeurt er in de loop van de negentiende eeuw met de mens? Aan de ene kant zet het ontnuchterende denken van de Verlichting zich voort in de natuurwetenschap,die de ene na de andere ontdekking doet.'(bladzijde 221)Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht uit de reeks ‘Digitaal speeldoosje’ van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. ‘Verdichte dijk:de dood./Parasolletjes tijd./De textuur van de zee/hangt samen met de zon./God uitgewalst in horizon/talen van licht. Languit op/de optische schors lig ik,/terwijl onderhuids/een kind met vormpjes/speelt,over mij leeft.'(bladzijde 95) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ de woordgroep ‘werd zo stil als een spiegel wil zijn’.(bladzijde 227)