met ‘Het onbewuste'(Jean Paul,Nietzsche,Freud)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ”Zeg dat niet terwijl mijn personeel het kan horen’,zo moet hij gezegd hebben. ‘Ik moet denken aan mijn tafelzilver.’ Het relatieve gemak waarmee in deze sfeer afscheid van God genomen werd,wordt mede verklaard door het feit dat God in het katholicisme altijd al minder centraal aanwezig was geweest. Het heilige lag verstrooid over talloze hemelingen (heiligen en engelen) en over het aardse netwerk van de kerk dat veel duidelijker zichtbaar en hoorbaar was dan God zelf. In feite heeft de gemiddelde katholiek altijd meer gecommuniceerd met de pastoor,de heiligen of de Moeder Gods dan met God in persoon. Zo kon de Verlichting in Frankrijk relatief gemakkelijk een atheïstisch gezicht aannemen,terwijl ze in de Duitse sfeer vooralsnog het heilige niet aantastte. We hebben gezien hoe bij Kant God een noodzakelijk sluitstuk van zijn filosofie blijft,al beroept Kant zich ook op het argument waarop Voltaire zinspeelde:God was uiteindelijk de garantie dat ooit het kwade gestraft en het goede beloond zouden worden. Voor Kant was daarbij van cynisme geen sprake. Hoewel de plicht op zichzelf reden genoeg zou moeten zijn om deugdzaam te leven,was de belofte van het Laatste Oordeel een onmisbare stimulans om op het rechte pad te blijven. In deze sfeer was God persoonlijker en dus veel massiever aanwezig dan in de Latijnse wereld.'(bladzijde 222-223) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht uit de reeks ‘Digitaal speeldoosje’ van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. ‘De zon:blinde vlek op God./Licht blijft aan de schors/hangen. Morgenkuifje. Rood/huid erft herfst. Slaap been/kluift. Ruggenschaar van sleur./Het bloed stropdast. Ik stip/stap flip-flop.trek van taal/het velletje af,open het/digitaal speeldoosje van/een neiuwe dag.O.'(bladzijde 99) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ de woordgroep ‘bleek zo oud als haar lachen om niet’.(bladzijde 227)