met ‘Het onbewuste'(Jean Paul,Nietzsche,Freud)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Hoe zwaar die presentie kon wegen en welke gevolgen ze had,hebben we bij Kierkegaard gezien. Ze leidde niet alleen tot een morele problematiek die samenhing met een levensnoodzakelijk verlangen naar het heil,maar ook tot een veel sterkere individualisering waarbij de kern van het individuele in het gemoed en niet in de rede werd gezocht. Aan de andere kant leidde ze tot een grote fixatie op de waarheid,die ethisch gehalte kreeg in het voorschrift van waarachtigheid. De enige inhoudelijke ethische regel die Kant gaf,was die van het verbod op de leugen. Daardoor moest het verdwijnen van God in Duitsland wel tot een veel grotere crisis leiden dan in het Latijnse cultuurgebied,waar men van waarheid en waarachtigheid minder een halszaak maakte. Wanneer in Frankrijk een gelovige door dergelijke beklemmingen werd bevangen,zoals Descartes’ tijdgenoot Blaise Pascal,was het protestantisme vaak niet ver weg. Het jansenisme waarbinnen Pascal zich bewoog,viel op een haar na nog binnen de katholieke ortodoxie. Tegelijkertijd – en dat is slechts ogenschijnlijk een ongerijmdheid – had de aanwezigheid van God in het protestantisme een veel hachelijker statuut,omdat ze geheel afhing van het gemoed van de individuele mens. Gods aanwezigheid en zijn aanspraken waren tot in het uiterste aangescherpt,maar tegelijk was de verankering daarvan teruggebracht tot het dunne contactpunt waarop God en individu elkaar in de ogen keken.'(bladzijde 223)Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht uit de reeks ‘Digitaal speeldoosje’ van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. ‘In het strottenhoofd van mijn taal/liggen de stembanden van de zon./Glandulae linguales. Metaforen,/van alle wolken thuis,kraamstoelen/mijn bloed. Hersenweeën. In barens/nood de dood. Een appel stuit niet. Ik/zoon. De afgrond is mijn erfgenaam./Met de scherven van mijn slakken/huis kalkt het licht zijn zaaikoren./De tijd waait Gods stof op.’ (bladzijde 100) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ de woordgroep ‘sin & meriba/jezus lag te lachen/omdat hij geen eten meer had’.(bladzijde 228)