met ‘De dood van God'(Nietzsche,Wagner)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Over de tekst van de heilige boeken heen tekent hij zijn nieuwe prediking en zijn nieuwe evangelie op. Hij doet dat bij monde van de Perzische godsdienststichter Zarathustra(Zoroaster),de oudste profeet van het dualistische wereldbeeld waarin de aarde(het slechte) tegenover de hemel(het goede) staat,maar hij laat deze precies het omgekeerde zegen van wat de historische Zoroaster ooit heeft verkondigd. Wagner Nietzsche begon als zoon en kleinzoon van protestantse predikanten die hij nooit heeft gekend,theologie te studeren,maar stapte al snel over naar klassieke talen. Op voorspraak van zijn hoogleraar Ritschl wordt hij in 1869 op vijfentwintigjarige leeftijd benoemd tot hoogleraar klassieke filologie aan de universiteit van Bazel,zonder zelfs maar een proefschrift te hebben geschreven. Tien jaar later legt hij dat professoraat om gezondheidsredenen weer neer. Gaande weg is zijn belangstelling de filosofie gaan gelden,maar een leerstoel in de wijsbegeerte gunt men hem in Bazel niet. Een paar jaar later wordt hij wegens zijn kwakkelende gezondheid eervol ontslagen,met behoud van een jaargeld. Vanaf dat moment leidt Nietzsche een zwervend leven,vooral in Italië en aan de Côte d’Azur,omdat hij meent dat het klimaat zijn gezondheid ten goede komt.'(bladzijde 178-179)Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht dit keer uit de reeks ‘Vaderlatingen’ deel ‘Spatwater’ van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. ”Papa,ik ben gevallen’,knieën liggen open./Ik ben maar een vaderdoek voor het bloeden,/de eerste onmacht bij haar ongeluk.///Liefhebben is huisjes klein zeer melken,/weemoed houden op de zolder van het licht.///Met de zwervershelm geboren lopen wij wereld-/ziek de losse vilten zolen van genoegens stuk./Hoop is een pantoffelheld die op zielenpoten/zijn collectie verzuchtingen achternahinkt.'(bladzijde 160) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ de woordgroep ‘dank zij de zwarte prater’.(bladzijde 230)