met ‘Verstrooiing'(Madame de Staël,Luther)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Dat was de vraag die het centrale criterium was voor redding of verdoemenis,sinds Luther zijn principe van het ‘sola fide’ (‘alleen door geloof’)formuleerde. Alleen het geloof maakt heilig,niet de werken:dat is de constante (op Augustinus teruggaande)erfenis van de protestantse traditie. Het gaat hier met andere woorden om de innerlijke dispositie van de mens. Niet wat hij dóét is beslissend voor zijn morele waarde,maar de houding en overtuiging van waaruit hij leeft. Daarmee krijgt het innerlijk in het protestantisme een waarde die het in het katholicisme nooit heeft gehad. In het katholicisme speelde niet alleen de dispositie,maar ook de goede werken een belangrijke rol. In het protestantisme wordt dat met een vies gezicht ‘werkheiliging’ genoemd. Bovendien was de verhouding tot God voor de katholiek nooit onbemiddeld:die verliep via aardse tussenpersonen (de clerus en de kerk)en hemelse (heiligen en de Maagd Maria).'(bladzijde 137-138)Wordt vervolgd. Nu weer verder met het gedicht ‘Verwording’ van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. ‘met wolkenvlokken opgewreven om ongewenste/spiegelingen te voorkomen,luchtledige ogen-/blikken,binnenin eeuwig verlicht,absolute/tijd,een rijsbedding waarop het geheugen uit-/rust,zich een kosmische spiegelvoorhoudend:/toekomst binnen handbereik,zelfvervulling,/onaantastbaarheid in permanente wording,’.(bladzijde 209)Het gedicht is nog niet af. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Het overschrijven vervolgd. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ het gedicht ‘sprookje’. ‘zoals savonds de nacht valt/zal zij sochtends weer opstaan/en zuchtend een nieuwe dag beginnen/in haar kijvende raven en zwartkijkers'(bladzijde 311)