met ‘Verstrooiing'(Madame de Staël,Luther)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Die tegenwerping is een soort mondiale uitvergroting van wat de perifere Europese naties Frankrijk verweten vanaf 1800. Vandaag de dag zijn het meestal de Verenigde Staten,die in veel opzichten in de Franse voetsporen is gestapt,en de voormalige koloniale landen van Europa die daarmee koloniale landen van Europa die daarmee worden geconfronteerd. Een van de vroegste opera-ensceneringen rond de tragiek van intercultureel onbegrip is ‘Madama Butterfly’ van Giacomo Puccini uit 1904. De Amerikaanse luitenant Pinkerton heeft een gepassioneerde liefdesrelatie met de Japanse geisha Butterfly,waaruit na zijn vertrek een zoontje geboren wordt. Wanneer Pinkerton later terugkeert naar Japan,inmiddels getrouwd met een Amerikaanse,is dat niet om zich te verenigen met zijn voormalige minnares,maar om zijn zoontje met zich mee te nemen naar de VS,omdat dat voor het kind beter zou zijn. Vergelijk dat met de optimistische toonzetting waarin de Verlichting de ontmoeting tussen culturen nog kon zien,zoals in ‘Les Pèlerins de la Mecque’ van Gluck,’Il Turco in Italia’ en ‘L’Italiana in Algeri’ van Rossini en vooral de slotrede van de pasja Selim uit Mozarts ‘Die Entführung aus dem Serail’,waarin de oosterse heerser zich humaner en ‘christelijker’ toont dan zijn Europese tegenspelers.'(bladzijde 143-144) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het gedicht ‘Café De Groene Hond’ van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. ‘wraak te nemen aan me te knagen.en/nu ik het bierglas hef heb ik over mijn leven/het gevoel dat sommigen over oorlog hebben:/als je het overleeft,heeft de oorlog zin gehad./is het leven al die moeite waard?de waard/leunend op de tapkraan steekt een sigaret op.'(bladzijde 214) Het gedicht is nog niet af. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Het overschrijven vervolgd. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ het gedicht ‘monk’. ‘de duizelingwekkende mandarijn beveelt/afbraak van het porseleinen paleis/wulpse slaven slopen terwijl hij/in zijn jaden grot zich hinnikend inspint'(bladzijde 339)