met ‘Het volk en zijn eigenheid'(Leibniz,Herder,Walter Scott)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Maar volgens Frederik zal een onoverkomelijke moeilijkheid ‘altijd verhinderen dat er goede boeken worden geschreven in onze taal’. Dat obstakel wordt gevormd door de versnippering van Duitsland,waardoor er geen wetenschappelijke eenheidstaal kan ontstaan. Verdeeld zal Duitsland nog anderhalve eeuw blijven,maar op het vlak van de wetenschap betoont Frederik zich te pessimistisch. Al ruim vóór die tijd zal de opkomst van de Duitse universiteiten vanaf 1800 grondig logenstraffen wat hij aan het slot van zijn brief aan Voltaire concludeert:’Er blijft voor onze geleerden dus geen andere uitweg mogelijk dan in een vreemde taal te schrijven.’ In diezelfde lijn ligt wat de Argentijnse schrijver Jorge Luis Borges vertelt over de Duitse filosoof en mathematicus Gottfried Wilhelm Leibniz,die als tijdgenoot van Frederik I eenzelfde tweeslachtige houding ten aanzien van het Duits en het Frans aannam. ‘Leibniz schreef een traktaat waarin hij zich opwierp als verdediger van de Duitse taal’,aldus Borges. ‘In dat traktaat raadt hij de Duitsers aan hun taal te cultiveren:hij zegt dat het Duits,mits goed verzorgd,niet langer lomp en mistig hoeft te zijn,maar vergelijkbaar met een kristal,als het Frans. Hij voegt er een paar patriottische opmerkingen aan toe en schrijft vervolgens zijn hele verdere leven in het Frans.'(bladzijde 121/122) Wordt vervolgd. Nu weer verder met een gedicht van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. Titel ‘Binnenstebuiten’. ‘Onlangs in een floattank drijvend/op mijn eentje,frank en vrij over-/blijvend in voltalligstille duisternis/ervoer ik innerlijke vrede,vreugde;/louter lichtgolven omsloten mij./zomaar zonder misbaar rondde ik/de wereld af.dankbaar in mijn graf.'(bladzijde 216)Het gedicht is nog niet af. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Het overschrijven vervolgd. Leve Echo. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ het gedicht ‘wedergeboorte’. ‘nest waarin je wreed kunt zijn/en het spel met het duister ei speelt/het hangt verloren in de lucht///want het antwoord van de wolken/rijmt op verbranding er is een vuur/dat je niet kent maar jou behandelt///feniks die bedorven vuur vreest/steeds verlaat je het donker verbond der bomen/en steeds keer je weer naar het groene ritme van weleer'(bladzijde 355)