met ‘Het volk en zijn eigenheid'(Leibniz,Herder,Walter Scott)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Integendeel:de Franse Republiek wierp zich,nog zelfbewuster gegrondvest op de universele rede,met des te meer overtuiging op als het ‘vaderland’ van de menselijke rationaliteit,inclusief de daarbij behorende ‘universele’ Franse taal. Maar zo dubbelzinnig en afhoudend als de Pruisische vorsten zich tot hun eigen Duitse taal en cultuur verhielden,zo zelfbewust begonnen tegen het eind van die eeuw denkers,geleerden en kunstenaars de eigen cultuur te omarmen en exploreren. De fluitmuziek die Frederik de Grote schreef,ademde een kosmopolitische sfeer. Als ze al ergens plaatsbaar was,dan was het in de Franse traditie en haar gepretendeerde universaliteit. Maar ga van Berlijn naar het Wenen van een halve eeuw later,en beluister in de liederen van Franz Schubert een wereld van verschil. Niet alleen was het Duits in Schuberts werk de voertaal,maar ook putten de thema’s en vooral de vorm – het strofische lied – diep uit de eigen volkscultuur:haar sagen,verhalen,waarden en leefwijzen. Schubert componeerde zijn lied ‘Der Erlkönig’ in 1815.op basis van een gedicht dat Goethe al ruim dertig jaar eerder had geschreven. Het vertelt hoe een vader en kind te paard door de nacht rijden en het kind met toenemende angst klaagt dat de mythische ‘Erlkönig’ hem dreigt weg te grissen.'(bladzijde 123-124)Wordt vervolgd. Nu weer verder met het gedicht ‘Binnenstebuiten’ van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. ‘dat niets of niemand nog bestond./toen hebben ze de oude lens er uit-/gehaald en een plastieken ingenaaid./het scheelde echt niet veel of ik was/gestorven met mijn andere zelf./en zie,nu heb ik weer houvast./zoiets overkomt me bijna nooit.'(bladzijde 216) Dit was het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Het overschrijven vervolgd. Leve Echo. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ het gedicht ‘achterberg’. ‘in de bongerd een boerenbonte engel lonkt/en je legt aan achter de rozenstruik/uit de stal stroomt als vanzelf bloed als melk/de koe kreunt en je bent het zelf.///en alles wat je opsommend noemde elk woord/geheim plaatsbewijs duistere gids voor dichte wegennetten/door dat andere land dat je bezeten bezette/en dat nu voorgoed van je hoort'(bladzijde 359)