met ‘Het volk en zijn eigenheid'(Leibniz,Herder,Walter Scott)van Ger groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Beleefdheid In de Romantiek moet de rationele algemeenheid als bindmiddel tussen de verschillende culturen veel terrein prijsgeven. Het specifiek menselijke wordt niet langer verbonden met datgene wat alle mensen gemeen hebben,maar afgelezen aan hun onderlinge verschil. Wat een mens maakt tot de mens die hij is,is datgene waarin hij afwijkt van anderen. Hij koestert zijn specificiteit:dat is zijn eigen schat. Zijn strikte individualiteit krijgt de overhand boven de algemeenheid waarin hij deelt. In hoofdstuk 5 zagen we al hoe die individualiserende tendens een eerste aanzetpunt vond in de Venetiaanse schilderkunst,tegenover de Perzische miniaturen die nog kozen voor het algemene van een allesverbindende orde en dito perspectief. Nu zien we die opvatting ten volle het zelfbewustzijn van de Europese mens binnentrekken:ik ben ik,dé wereld is míjn wereld. En wat geldt voor het individu,geldt des te meer voor de groepen waarin het leeft:de clan,het volk. In het verlengde daarvan wordt de vroege negentiende eeuw de tijd van het grote volksonderzoek,waarin men collectief begint te schatgraven naar de onverwisselbare eigenheid in de ziel van de natie. Om te beginnen gebeurt dat In Duitsland. Na Herder zoeken ook de gebroeders Humboldt,Schlegel en Grimm naar het specifieke van de streek en de natie:de taal,de cultuur,de vertellingen,de sprookjes worden geïnventariseerd.'(bladzijde 127-128-129)Wordt vervolgd. Nu weer verder met het gedicht ‘Camping Maisonneuve’ van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. ‘meloenen op een klaptafeltje./ik wil alle dingen zoenen./ik drink wijn,lees,loop/op mijn sandalen loom,/ik dagdroom onpartijdig/tussen gisteren en morgen./ik zeg tegen Samuel en alleman/goedendag.en ik meen het/uit de grond van camping/Maisonneuve.de wereld/is hedentendage één/vouwzetel die zalig zit.'(bladzijde 219) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Het overschrijven vervolgd. Leve Echo en het langzame lezen. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ het gedicht ‘communiqué’. ‘alle hongerlijders verruimen hun blik/het best aan een vetvlek/laat dat dan voorlopig genoeg zijn///de doorgewinterde duiven vinden/hun nesten ook in het donker/en een tong smaakt toch naar meer woorden///in het westen is het goed wonen/immers daar gaat de zon onder/daar is het warm dicht bij het vuur///met logika schiet men op/voor zijn plezier ratten wolven gespuis/god is een huisdier///wie een rilling wil of op de rug/van redeneren rijden laat hem dromen/als het zomert in het bed dat hem beweent'(bladzijde 353)