met ‘Republicanisme en universalisme'(Rousseau,Kant)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Zoals de rechtsfilosoof Bert van Roermund schreef:'”Het volk” in de zin van de rechtsstaat is niet “de bevolking”,niet een of ander goedwillend,hardwerkend of uitverkoren “volksdeel”,niet “de elite”, “de voorhoede”,”de arbeidersklasse” of wat er allemaal meer verzonnen mag zijn in de loop van de geschiedenis.De enige omschrijving die eraan te geven zou zijn is deze:zij die de rechtsstaat dragen.’ Dat klinkt circulair,en dat is het ook. ‘Het volk’ is in deze republikeins-verlichte opvatting,die nog altijd de ratio van ons staatsbestel vormt,een soort zelfdragende constructie,even abstract als de ‘citoyen’ abstract is. Daarin zien we dat zich op politiek vlak hetzelfde voltrekt als wat we eerder op het vlak van de kennis hebben gezien. De mens wordt het centrum én de grondslag van zijn wereld,waarin hij tegelijkertijd zichzelf terugvindt. Kant noemde dat ‘een wezen onder twee gezichtspunten’. Zoals dat epistemologisch en ethisch al bleek te leiden tot de nodige problemen (Descartes worstelde met de zekerheid en Kant met de vrije wil),zo leidt dat nu ook in politieke zin tot moeilijkheden. Want het volk mag dan de soevereiniteit van de vorst hebben overwonnen,de vraag hoe die macht moet worden uitgeoefend is daarmee allerminst beantwoord.'(bladzijde 111-112)Wordt vervolgd. Nu weer verder met het gedicht ‘De tien geboden van een loopmens’ van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. ‘elk verdriet,elke onverwachte melancholische/opwelling in de maat houden.ik loop niet om/te winnen of om ergens te willen aankomen./mijn lopen zit in de stroom van het leven,/panta rhei.ik wil alleen mezelf wat beheersen./tenslotte zo uitbundig mogelijk lopen/met al mijn zintuigen wagenwijd open.'(bladzijde 225)Dit was het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Het overschrijven vervolgd. Leve Echo. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ het gedicht ‘stadsbeeld’. ‘4///buiten het kordon buiten de maal-/stroom van staal stank gehuil/ver van de dwaalweg waar een dwaal-/leer diep als een valkuil/wordt beleden ver ook van de zwaar-/lijvige zekerheden die een groot/misbaar maken in geestelijke ademnood/en geen gedachte aan de dood die hun waar-/heid in gevaar brengt;slechts één/parool houdt kinderen buiten en op de been:///A BAS LES ECOLES!'(bladzijde 397)