de griep begin ik met een gedicht van H.C. ten Berge uit de bundel ‘Poolsneeuw’. Het wordt mijn volgende hommage. Dit weblog is deel van het project ‘Ondertiteling.’ ‘De slaper////In de koude van de winter verkropt/Als blad beweegt zich mijn woord./Groen dwangbuis van voortijdige verlangens/Dood blad nog:gezicht/Waar nerf en nauwelijks beginnend treurspel merkbaar zijn///Slaper ben ik en zijn ademloze glimlach/Spoorloze in steden waar de straten leeg/Zijn en geschikt als letters/Onvindbaar mensen die bewoners waren///Wel gaan wonden in de gevels open/En geen spiegel dan mijn beeld/Zal in de ramen zingen./Nu al adem ik./En van mijn stem de glimlach springt///De slaper is ontwaakt/En het verdomde daglicht troont.'(bladzijde 9) Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Het overschrijven vervolgd. Leve Echo. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ het gedicht ‘het proefondervindelijk gedicht’. ‘de zoeker naar de aard van een gedicht en/van des gedichts dichter/hij zal doof zijn voor het ijlingse/loven en laken van modejager & modeverguizer///de dichter hij eet de tijd op/de beleefde tijd/de toekomende tijd/hij oordeelt niet maar deelt mede/van dat waarvan hij deelgenoot is///mijn gedichten zijn gevormd/door mijn gehoor/en door de bewondering voor/en de verwantschap met/friedrich hölderlin & hans arp///de tijd der eenzijdige bewegingen is voorbij/daarom de proefondervindelijke poëzie is een zee/aan de mond van al die rivieren/die wij eens namen gaven als/dada(dat geen naam is)/en/daar dan zijn we damp/niemand meer rubriceert'(bladzijde 435)