met ‘Tweeslachtigheid'(Kant,Augustinus,Rousseau)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Was hij zelf immers niet de man die de bijzondere wereld van het kind beschreven had in zijn beroemde en invloedrijke boek ‘Emile,of Over de opvoeding’? Ouders en leerkrachten had hij ertoe opgeroepen het kind niet als een kleine volwassene te behandelen,maar als datgene wat het werkelijk was:een wezen ‘sui generis’,nog niet vervormd en vooral ‘mis’vormd door de eisen van de samenleving en het burgerfatsoen. Het kind was een wezen waarin de onbezoedelde kern van het mens-zijn zelf nog aanwezig was en dat dus in veel opzichten de ouderen kon leren wie zij eigenlijk zelf waren – of althans waren geweest. De mens is goed En precies daarin wordt zichtbaar wat Rousseaus ‘Emile’ met zijn ‘Bekentenissen’ verbindt. In beide gevallen zoekt hij het ideaal van wat een mens eigenlijk is en zou moeten zijn,niet in het eindpunt van de beschavingsarbeid waarin een kind een volwassen mens wordt,een aan de samenleving aangepaste ‘honnête homme’. Die zuivere werkelijkheid ligt juist aan het beginpunt daarvan:daar waar de edelsteen van de oorspronkelijke goedheid die in ons rust nog niet is gepolijst tot een verleidelijk schitterend maar kunstmatig sieraad. De ware mens rust in de onbevangenheid van het kind en in de volwassene die durft op te biechten wie hij werkelijk is,niet in wie de etiquette van de hoofse salons volmaakt weet na te volgen en excelleert in briljante maar uiteindelijk lege conversatie zoals we zagen in ‘Les Liaisons dangereuses’.'(bladzijde 96-97) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van H.C. ten Berge uit de bundel ‘Poolsneeuw’. Titel ‘Jakob zonder engel(Córdoba. / Lejana ysola)’. ‘Roerloos tracht ik je gebaren/Te betrappen/Als ik schrijf/Het gedicht als een mens is een denkbare vorm/Verbreek ik de afspraak///Niets mag er gezegd/Om het ondenkbaar beeld van de engel/Te bereiken/Hoewel je schaduw ligt over elk woord/In elk opzicht houd jij je meesterlijk verborgen///Zo zit ik langs de weg te kijk/Mijn kind speelt om de bocht/De ezel graast wat stofjes uit de zon/Zal ik de stad nog ooit bereiken?///Een afspraak houdt men vol.'(bladzijde 14) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Leve de hommage voor H.C.. Nu weer een gedicht van Lucebert uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’. Titel ‘aan de teleurgestelde leerkrachten’. ‘brullende liniaal wordt de mens/als men geen lijn trekt tussen rechtop lopen en kruipen///maar hij trapte de zon onder tafel/terwijl hij zijn leerboek sloot/bij licht had hij leren geleerd/in duisternis ongeduld///daarom er moeten vuisten met valschermen vallen/voorzichtig in het hoofd van de scepticus/hij zou anders schrikken///hij schrok al van wit en zwart/maar de honger is grauw/en er is honger naar wijsheid/er is honger naar kneedbare ruimte/er is honger naar boeken naar voedzame mummies/er is honger naar het net van wimpers der melancholie/er is honger naar de veer der keerzijde/er is honger naar de zon zonder muren/er is geen honger naar trompetten als gordijnen/er is honger naar wijsheid/naar heelhuids weten'(bladzijde 439)