met ‘De grillige geschiedenis van de moderne mens’ van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Maar uiteindelijk blijft het allemaal tastend giswerk,dat op gezette tijden wordt afgewisseld door andere visies die al even tastend de macht uitproberen. Zo heeft in het politieke bestel een coherent systeem plaats moeten maken voor het tamelijk onlogische,provisorische en van toeval en tast afhankelijke systeem dat wij ‘parlementaire democratie’ noemen. Daarin is elk absoluut richtpunt verloren gegaan. Het heeft centrum noch zekerheid,zoekt zijn oriëntatie gaandeweg en is zelden bijzonder constant. Daarom balanceert het altijd op de rand van zijn eigen afschaffing. De gedachte aan een bestel dat vast verankerdis aan één zekere en richtinggevende Poolster – de roep om de sterke man – blijft de democratie bespoken als een geheim verlangen,maar daaraan kan zij niet toegeven,wil ze van zichzelf geen parodie maken. Onder het Ancien Régime was de idee van een transcendent richtpunt nog geloofwaardig. God was een werkelijkheid. Maar sinds de dood van God is er geen weg meer terug.'(bladzijde 19-20) Wordt vervolgd. Nu weer verder met drie gedichten van b.zwaal uit de bundel ‘zeesnede’ gedichten 1984-2019. ‘adem sluipt door het bekken/ontwaak/dutbot/sluimerspier’ Gedicht 1. Gedicht 2;’vrucht ketste/steen/boom barstte’ Gedicht 3;’schemervlier/verberg het pad/schreeuw’.(bladzijde 67-68-69) Dit waren de gedichten. Wordt vervolgd. Nu weer verder met het gedicht ‘…en morgen de hele wereld’ van Lucebert. ‘dansende op de maan/deze dingen te vergeten/alles eten alles nauwelijks kauwend gadeslaan/maar doden kijk ons niet aan/met uw totale glimlach om die nieuwe zekerheden/waarmee wij opnieuw de armen de onmondigen naar het leven staan/oh de doden kijken ons nooit meer aan/want onze almacht is nog ontevreden/met een verschrikkelijke vrijheid zullen wij het leven breken/en ook hun laatste beelden en tekenen aan stukken slaan'(bladzijde 523) Dit was het gedicht. Wordt vervolgd.