een gedicht van b.zwaal uit de bundel ‘zeesnede’ gedichten 1984-2019. ‘de val volgde mij/en in het dalen kon ik haar niet ontkomen/ondanks mijn snelheid/ik wierp haar van mijn schouders/maar zij bleef niet op afstand/doch drukte mij/en ik zag wat mij nog restte./te snel was het leven aan mij voorbij gegaan en/in weerwil van het vele/had ik niet beleefd/en in mijn herinnering dreef/het grote waas met een lichtpunt,het hopen op inzicht./zou die hoop vals blijken wat restte mij dan?/daarbij berekende ik het geheugen,/wierp mij voor ogen/wat van de dichte schutting der tijd om mij heen/af was gebladderd./herinnerde mij dit voedsel en herkauwde mijn leven en/nam door en vroor toe want mijn lans was gebroken en bracht/nieuw leven nabij in mijn hoofd dat niet begreep en hoopte,/ik woog./wind woei weg de balansen.'(bladzijde 252) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. De hommage die ik maak voor b.zwaal is af en ook nog niet;er wordt nog gewerkt,vandaar ook deze ‘ondertiteling’ hier in dit weblog. Leve het lezen,leve de poëzie. Ik pak mijn bibliotheek uit.