een paar gedichten van b.zwaal uit de bundel ‘zeesnede’ gedichten 1984-2019. ‘gluipen onder de maan,vol van haar broksteen/weerkaatsend de nachten met hun schitterende geheimen/de donkere zeebossen///en de zeestad,de vesting van oostenwind,de smaragdkuil/met haar ijs aan een gloeiende wang///schip,laadt uw bedenkingen uit/naast het ijswak de breker,in de warmoes van olie de smeer///ontgordt zij de lok van haar dijval,bloeit het warmbos/wijd van verlangen op de heelhelling schaamheuvelpracht///anemoonschoon betoeft verblinden de vlokken/uit het zee'(bladzijde 415) ‘ik wende aan haar borsten,ik bevond ze/spectaculair druk en zeer innig beknopt,/toch ratelend ruim,gelijk versuikerde hemelingen/pront van bestuur en karakter./maar bovenal verzekerde ik mij van de vrolijkheid der benen,/tegen een sierprijs,beklom hun wraking,hun zachtsnier,/mocht bespelen de zoetsnaar,dreef wild op het drijfhout/maar tondeldood fleemde naar vlam en ’t verlorene/schoof van hun helling tot mijnsherenland,uit welvend/haardvuur boven ’t schavielen der duinen./hun troostpracht vlamde over zandstroom,buiten getijden/een lust veerde op tussen de benen en verlangde/diep en bermen,gloeiend van klaproos./het kaatste de liefde,smachtstrak vuurden hun glimmers'(bladzijde 416) Dit zijn de gedichten. Wordt vervolgd.