Ik wil maar zeggen,aan die boeken ligt het niet. Je moet je niet afvragen:wat geven die boeken mij? Maar:wat heb ik die boeken te bieden? Wat heb ik voorhanden,wat stop ik erin? Iedereen die wel eens een Moeilijk Boek heeft proberen te veroveren,weet waarover ik het heb. Je moet weten hoe je binnenkomt. En als je binnen bent,is het moeilijkste zeggen waar je bent.'(bladzijde 154-155) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Skryt Om een gezonken boot blauw te verven’. Verder met het gedicht ‘aan Rosine’. ”kom nu’ lieten ze weten ‘bezoek/de bruid voordat ze sterft’/en we reisden aan een stuk door,steeds achter de rode/ster aan;we gingen niet van de weg/om vijgen te kopen of water in de stomende motoren/van onze toto’s te gieten;we lieten ons/niet verleiden,we treuzelden niet/door politieke kranten te lezen of afspraken met typistes/na te komen,misschien omdat we/het bloed in de trouwlakens in het wit van de morgen/wilden zien:de bruid is dood:'(bladzijde 92) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af.