‘ ook poëzie en vertalingen;rondom de vier hoofddelen van het boek zijn gedichten opgenomen,oorspronkelijke,vertalingen,bewerkingen,en teksten die in samenwerking geschreven zijn of de lezer tot samenwering uitnodigen.’ (bladzijde 19-20) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘Over ogen’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ‘Iedereen zal weten wat ze waard is. Ze kijkt naar de oude vijgenboom die op een olifant lijkt. Dit is een maar half ongeschikt beeld want hoewel er geen vrijgekomen zijn waar ze vandaan komt zijn er wel olifanten die zich krakend een weg banen door de wouden van de regen. Een kikker kwaakt. De glimlach van Oude Dame is een kleinerende grimas. De dood nadert met krakende gewrichten rammelt een belletje versleten ceremoniele hoed weggezakt over de ogen.’ (bladzijde 83) Dit was het verhaal. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Bij Tonnus gelezen het woord ‘luchtuur’. (bladzijde 41 uit ‘Ja Nee’)