Weer verder met het essay ‘Locus amoenus’ van Stefan Hertmans uit de bundel ‘De mobilisatie van Arcadia’.
‘Op zich is dat niet zo verwonderlijk: bij de Grieken vinden ze een nog niet decadente samenleving gespiegeld, waarin authenticiteit, directheid en gevoel voor maat hand in hand gingen met de aangename verpozing. Dat ze de door de notie van het deinon(het geweldige, dat ook altijd gewelddadig is) getekende tragedies van Sophocles daar meteen ook maar bij rekenen, toont dan weer iets anders aan dat typisch is voor de humanist: de tragedies zijn in die periode ontdaan, door een christelijke filtering, van hun dionysische zwartheid en worden gelezen als haast apollinische exercities in het verfijnen van de mores van de polis – een leeswijze die later haar voltooiing zal vinden in Hegels ‘burgerlijke’ benadering van de tragedies in diens filosofie van het recht een in zijn ‘Asthetik’.
De Utopianen kunnen het schroeiende onheil van de Griekse tragedies dus moeiteloos incalculeren in hun arcadisch aandoende, vlijtige en op een onwankelbaar arbeidsethos steunende ‘communio’. Het lijken een soort van vrome ijverige Hobbits die in hun vrije tijd met een boekje in een hoekje zitten. Hoe gruwelijk het lot van de mensen onder de terreur van meedogenloze goden ook is in de tragedies, je kunt je rijkelijk ontspannen, vermaken en bijscholen door ze profijtelijk te lezen. De literatuur lijkt op de tuinen die de Utopianen aanleggen, prachtige tuinen klaarblijkelijk, waarvan More zegt:’Van de tuinen maken ze veel werk. Ze staan vol met wijnranken, vruchtbomen, kruiden en bloemen en ze zijn zo mooi en goed verzorgd dat het de mooiste, bloeiendste tuinen zijn die ik ooit heb gezien. De omwonende doen niet alleen zo hun best omdat ze plezier hebben in tuinieren maar ook omdat onderlinge wedstrijden tussen de wijken wie de mooist aangelegde tuin heeft, hun vlijt aanwakkeren. Echt waar, er is niets in de Schimstad te vinden dat meer bijdraagt aan nut en vermaak van de burgers, dan die tuinen’(p.77).’ (Bladzijde 117-118) Dit is fragment 5. Wordt vervolgd.