Weer verder met het essay ‘Ongeschreven wetten’ van Stefan Hertmans uit de bundel ‘Het zwijgen van de tragedie’.
‘Hij moet haar alleen met zichzelf laten. Derrida maakt deze scheiding tussen man en vrouw zelfs fataal en onoverbrugbaar:’De menselijke Wet is die van de man. De goddelijke Wet is die van de vrouw,’ zegt hij in ‘Glas’ (p. 161). Tegelijk verfoei ik dan weer het obligaat politiek correcte denken dat hierin kan schuilen – met haar eenzaamheid bedoel ik een diepere, antieke schroom, een waarvan ook hedendaags-assertief denkende vrouwen als Luce Irigaray zijn uitgesloten. Of is dit beeld van een lankmoedig, tijdeloos en introvert verzet ook al een mannelijk fantasia? Op die manier laat Antigone me in de steek naarmate ik haar nader. Het is die eenzaamheid in haar die de poort vormt tot haar woorden.
Maar waar is Antigone meer alleen dan in de grot, net voor haar dood? Kan ik haar daar alleen laten – en toch laten spreken? Haar iets laten zeggen wat niemand ooit heeft gehoord, sterker nog, wat niemand ooit kan horen binnen de ruimte van de tragedie? Wat beeld ik me in? Haar laten spreken in de grot, waar niemand haar nog heeft gehoord, betekent eigenlijk het zwijgen van haar dood aan het woord laten komen.
Antigone vertegenwoordigt het subject dat voor de gebeurtenis halt houdt, degene die dit ook als essentiële gebeurtenis herkent en weet dat ze alleen door niet te wijken het subject kan worden dat ze in zich heeft, het subject dat voor deze gebeurtenis vereist is. Ze moet uitgroeien tot het superieure wezen dat deze gebeurtenis tegemoet kan treden. Nietzsches ‘Word wie je bent!’ is ten volle van toepassing op haar. Ze vertegenwoordigt in die zin het Subject zoals Alain Badiou het beschrijft in ‘De ethiek’ : de mens die zich niet afkeert van het scharnierpunt in zijn geschiedenis, maar die dat op zich neemt, in volle verantwoordelijkheid en met het besef dat het ontmoeten van het eigen lot een catastrofe kan betekenen (amor fati). Dat is precies wat Badiou bedoelt wanneer hij stelt dat ‘trouw zijn aan het evenement’ ook betekent dat men niet praktisch redeneert, niet onderhandelt, maar gaat voor het principe.’ (Bladzijde 111-112) Dit is fragment 10. Wordt vervolgd.