Verder met het essay ‘Ongeschreven wetten’ van Stefan Hertmans uit de bundel ‘het zwijgen van de tragedie’.
‘Daar schuilt het zwijgen van Antigone, dat luidkeels schreeuwt om een taal die het nooit zal vinden.
Een van mijn studenten, in een scriptie waarin negativiteit wordt besproken:’Verlangen naar de stilte is het geweld van een lawaaierige wereld laten zien.’
Het verband tussen ‘mijn’ Antigone en het essay over het bedenkelijke. Alles tonen wat de Griekse tragedie eigen is – zodat er in de kern zelf niets meer overblijft. Het publiek staart in de leegte die overblijft nadat het landschap werd gebombardeerd. Waar komt die stank vandaan, die ons doet kokhalzen? Uit de spleten en kloven van een ingestort theatergebouw dat we ooit ‘wereld’ hebben genoemd?
Ook dit laatste, het ingestorte theatergebouw, had Claus perfect aangevoeld toen hij ‘Blindeman’ schreef, zijn postatomaire parodie op Oedipus. Wat me van hem scheidt: zijn neiging om het spel terug te geven aan naturalisme en ironie, en daardoor aan een actuele wereld. Ik wil de andere kant uit: de actuele wereld in een tijdloze kloof laten kijken waar de lijkenstank van het verhevene nog waait. Als het verschil tussen de antieke wereld en de onze gelegen is in het verschil tussen het naieve en het sentimentele, zoals Friedrich Schiller stelt, dan wil ik weg van het sentimentele – terug naar het naieve, de illusie van de overgave aan het oorspronkelijke. Zonder die naiviteit is ook de ‘begripvolle hardheid’ onmogelijk, die ik wil bereiken. Tegelijk moet ik onophoudelijk beseffen dat die hele wereld onbenaderbaar blijft. De illusie willen als een vorm van weten.’ (bladzijde 180) Dit is fragment 79. Wordt vervolgd.